5.2 Waar kun je werken?

5.2 Waar kun je werken?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

5.2 Waar kun je werken?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen
  • Herhaling vorige les
  • Instructie
  • Zelfstandig werken
  • Lesdoelen evaluatie 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les weet je welke ondernemingsvormen er zijn.
  • Aan het einde van de les weet je waarvoor een arbeidsverdeling nuttig is.
  • Aan het einde van de les weet je in welke sector je kunt werken.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een flexibele baan?
A
Een baan waarbij je helemaal zelf kunt bepalen wanneer je werkt.
B
Een baan waarbij je alleen werkt wanneer de werkgever jou nodig heeft.
C
Een baan waarbij je alleen werkt op rustige momenten.
D
Een baan voor in het weekend.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een proeftijd?
A
Een soort stage binnen een bedrijf
B
Een periode waarin je extra salaris krijgt
C
In de proeftijd bekijk je of het werk jou bevalt.

Slide 5 - Quizvraag

Als docent ben je in vaste dienst en heb je een opzegtermijn van 2 maanden. Waarom is die opzegtermijn belangrijk voor de school?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het nettoloon?
A
Hierbij moeten de loonbelastingen en sociale premies er nog vanaf gehaald worden.
B
Dit is het loon waarbij de loonbelasting en sociale premies eraf zijn gehaald.

Slide 7 - Quizvraag

Een voltijdbaan kan 36 uur per week zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Je brutoloon is €1.770. Daarop wordt €146 aan loonbelasting en €89 aan sociale premies ingehouden. Wat is je nettoloon?

Slide 9 - Open vraag

Procenten rekenen
Het minimumloon van een 23 jaar of ouder is €1.501,80. 
Het minimumloon van een 21-jarige is 74,5% van het minimumloon van een 23 jaar of oudere.

Hoeveel € minimumloon krijgt een 21-jarige?

Slide 10 - Tekstslide

Procenten rekenen
Het minimumloon van een 23 jaar of ouder is €1.501,80. 
Het minimumloon van een 17-jarige is €524,40. 

Bereken het minimumloon van een 17-jarige in %.

Slide 11 - Tekstslide

Kijkvragen
  1. Noem minimaal twee ondernemingsvormen die je in het filmpje hebt gezien.
  2. Bij welke ondernemingsvormen ben je met je privévrmogen aansprakelijk? 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Noem minimaal twee ondernemingsvormen die je in het filmpje hebt gezien.

Slide 14 - Open vraag

Bij welke ondernemingsvormen ben je met je privé vermogen aansprakelijk?

Slide 15 - Open vraag

Ondernemingsvormen
Eenmanszaak: één persoon de eigenaar. Privé aansprakelijk.
VOF: Vennootschap onder firma. Privé aansprakelijk.
BV: Besloten Vennootschap. Niet privé aansprakelijk.
NV: Naamloze Vennootschap. Niet privé aansprakelijk.

Slide 16 - Tekstslide

Organigram

Slide 17 - Tekstslide

Productiesectoren
1. Primaire sector
  • Landbouw
  • Visserij
  • Winning van delfstoffen (water)
2. Secundaire sector
  • Industrie
  • Bouw
  • Ambachten (bijv. Bakker)

Slide 18 - Tekstslide

Productiesectoren
3. Tertiaire sector
  • Commerciële dienstverlening (banken, winkels, transportbedrijven)
4. Quartaire sector
  • Niet commerciële dienstverlening (gezondheidszorg, onderwijs, overheidsdiensten)

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat? opdracht 13 t/m 23 (blz. 132 t/m 135)
Hoe? in stilte. je mag niet overleggen
Tijd? 10 minuten
Hulp? boek, rekenmachine en mevrouw van Dijk
Klaar? Herhalingsopgaven 5.2 op blz. 151 maken.
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat? opdracht 12 t/m 23 (blz. 132 t/m 135)
Hoe? je mag zachtjes overleggen
Tijd? 10 minuten
Hulp? boek, rekenmachine en mevrouw van Dijk
Klaar? Herhalingsopgaven 5.2 op blz. 151 maken.
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Hoe heet het register waar je de eenmanszaak moet inschrijven?
A
Verkoopregister
B
Kamer van Koophandel register
C
Handelsregister
D
Belastingregister

Slide 22 - Quizvraag

Bij welke ondernemingsvorm zijn de aandelen vrij verhandelbaar?
A
NV
B
BV
C
CV
D
VOF

Slide 23 - Quizvraag

Noem de vier productiesectoren

Slide 24 - Open vraag

Welk beroep kom je tegen in de tertiaire sector?
A
Taxichauffeur
B
Boer
C
Leraar
D
Dokter

Slide 25 - Quizvraag

Is welke sector werkt deze man?

Slide 26 - Open vraag

Timmerman is een beroep in de primaire sector
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Huiswerk
Opdracht 12 t/m 23 (blz. 132 t/m 135)
Voor vrijdag 15 maart

Slide 28 - Tekstslide