Renaissance les 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Renaissance les 5

Startvraag: wat is een contrafact?

1. Een oud museumstuk dat bewaard is gebleven
2. Een onderdeel van een heilige
3. Een lied op een bestaande melodie
4. Een tegenwerping

Planning

Lezen uit 3PAKbundel 

Lesopening, startvraag, planning, leerdoelen 

Bespreken huiswerk bij H4 renaissance

Theorie H5 renaissance: toneel 

Opdracht H5 + bespreking

Tijd over? werkwoordspelling

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen wat de culturele invloeden op de literatuur van de renaissance waren

• Ik ken de drie soorten toneel in de renaissance 

Bespreken hw

1. Hoe hangen de wereldbeelden en motto’s van de middeleeuwen en renaissance samen? Betrek de relevante begrippen in je antwoord.

2. ben jij meer een empirist of een rationalist?

3. Waarom past het estheticisme nou bij uitstek goed bij de renaissance (en bijvoorbeeld veel minder goed bij de middeleeuwen)? 

4. naamgedicht! 

Noem de relevante begrippen van H4 renaissance

Welke van de begrippen van de vorige slide vind je nog lastig?

Toneel in de renaissance

H5: toneel in de renaissance

"Ja, dat toneel bederft velen, meer nog dan de romans. Het is zo aanschouwelijk! Met wat klatergoud en wat kant van uitgeslagen papier, ziet er dat alles zo aanlokkelijk uit. Voor kinderen, meen ik, en voor mensen die niet in zaken zijn."

Wat hoort er niet bij?

1. Tragedie
2. Komedie
3. Klucht
4. Boerde

Toneel in de renaissance

Ook 'utile dulce'

Hoofdeis van waarschijnlijkheid (kan dit wel?) en deugdelijkheid (mag dit wel?)

De drie eenheden

1. eenheid van plaats

2. eenheid van tijd

3. eenheid van handeling

Wat bedoelen we met eenheid van plaats, tijd en handeling?

"Het is het meest waarschijnlijk als de speeltijd van de voorstelling even lang is als de werkelijke tijd; uit principe hield men zich aan maximaal 24 uur vertelde tijd. Het verhaal speelde zich uit principe af op één plek, en draaide om één plot. De vertoning mocht absoluut niet aanstootgevend zijn. "

Aan de slag

1. open H5 van de reader
2. Lees het stuk over komedie, tragedie en klucht
3. Maak in tweetallen de opdracht
4. 10 minuten de tijd 

In hoeverre heb je de leerdoelen behaald?
• Ik kan uitleggen wat de culturele invloeden op de literatuur van de renaissance waren
• Ik ken de drie soorten toneel in de renaissance

😒🙁😐🙂😃

Wat kun je zelf doen vanmiddag om nog hoger te scoren op de smileyvraag?
Lees: hoe kun je de leerdoelen vandaag nog hoger behalen?

Afronding

Voor morgen: doornemen §5.3 uit reader + oefenen in werkwoordspelling met doel

(bijv. uur oefenen, 80% halen, alle fouten begrijpen, verzin maar wat!)