politieke stromingen

politieke stromingen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

politieke stromingen

Slide 1 - Tekstslide




Wat hoort er NIET bij het liberalisme?
Wat hoort er NIET bij het liberalisme?
A
Liberalen zijn voorstander van economische vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
B
Liberalen willen een belangrijke rol voor de overheid in de economie om te zorgen voor meer gelijkheid.
C
Individuele vrijheid is belangrijk, mensen mogen dus zelf weten welke cultuur zij naleven.

Slide 2 - Quizvraag

Deze stroming wil een actieve overheid en ongelijkheid tegengaan.
A
Sociaal-democratie
B
Liberalisme
C
Christen-democratie
D
Nationalisme

Slide 3 - Quizvraag

Wat is géén kenmerk van nationalisme?
A
Vaderlandsliefde
B
Voor de Europese Unie
C
Zelfbestuur
D
Tegen immigratie

Slide 4 - Quizvraag


Mark Rutte hoort bij de VVD, bij welke stroming hoort de VVD?
A
Sociaal-democratie
B
Christen-democratie
C
Liberalisme
D
nationalisme

Slide 5 - Quizvraag

Eigen land eerst, eigen cultuur behouden. Minder EU
A
Liberalisme
B
Christen-democratie
C
Nationalisme
D
extremisme

Slide 6 - Quizvraag

De ecologische stroming:
A
Baseert zich op de Bijbel en de christelijke traditie
B
Draait om het verbeteren van het milieu
C
is een extreme vorm van autoritair nationalisme
D
Komt op voor de economie

Slide 7 - Quizvraag

Gezin, naastenliefde en solidariteit zijn belangrijke uitgangspunten van:
A
Sociaaldemocratie
B
Christendemocratie
C
Liberalisme
D
nationalisme

Slide 8 - Quizvraag


Lees tekst 4.
38. Welk uitgangspunt van deze politieke stroming past het best bij de reden waarom deze twee partijen een motie hebben ingediend?
Zie de afbeelding voor de volledige vraag
De twee partijen willen
A
burgers zelf zoveel mogelijk verantwoordelijkheid geven bij het oplossen van hun problemen.
B
een kleine rol voor de overheid.
C
nationalisme stimuleren.
D
opkomen voor de zwakkeren in de samenleving.

Slide 9 - Quizvraag

Hogere belastingen voor topinkomens zorgen voor meer gelijkheid in de samenleving.
Deze uitspraak hoort vooral bij:
A
Sociaal-democratie
B
Christen-democratie
C
Liberalisme
D
Extremisme

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent 'progressief'?
A
Je wilt dingen hetzelfde houden.
B
Je wilt dingen veranderen.

Slide 11 - Quizvraag

"Winkels mogen zelf bepalen wanneer ze open willen"
A
Progressief
B
Ceonervatief

Slide 12 - Quizvraag

D'66 staat bekend als:
A
progressief
B
conservatief

Slide 13 - Quizvraag

"Belasting op vlees moet omhoog, zodat minder mensen vlees eten"
A
Progressief
B
Conservatief

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van
'progressief'
A
agressief
B
madelief
C
directief
D
conservatief

Slide 15 - Quizvraag

Een partij wil dat de gezondheidszorg gratis is voor iedereen. Is deze partij links of rechts?
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 16 - Quizvraag

Je moet de zwakkeren beschermen.
Is dit een idee van linkse of rechtse politieke partijen?
A
Links
B
Rechts

Slide 17 - Quizvraag

Met rentmeesterschap wordt bedoeld
A
Geen rente vragen over producten
B
Goed zorgen voor de aarde die in bruikleen is
C
Wel rente vragen over producten
D
Goed zorgen voor je naasten

Slide 18 - Quizvraag

'Uit het onderzoek blijkt verder dat driekwart van de Nederlanders vindt dat hier een rol ligt voor de overheid.'
Is dit een links of een rechts standpunt?
A
links
B
rechts

Slide 19 - Quizvraag

een linkse partij
A
is voor veel economische vrijheid
B
vindt de zorgen om het milieu overdreven
C
wil dat de uitkeringen zo laag mogelijk zijn
D
vindt dat iedereen goede zorg verdient

Slide 20 - Quizvraag

Deze stroming is links
A
Sociaal-demoratie
B
Liberalisme
C
Christen-democratie

Slide 21 - Quizvraag

Een voorbeeld van een linkse partij is de VVD
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Rentmeesterschap
A
Socialisme
B
Liberalisme
C
Christendemocraten
D
Ecologisme

Slide 23 - Quizvraag