Quiz T3 tot nu toe

Welkom allemaal!
Op tafel: 
- Laptop
- Leesboek 
Check! --> Ga stil lezen in je leesboek
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Op tafel: 
- Laptop
- Leesboek 
Check! --> Ga stil lezen in je leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Basisstof 4: Uitscheiding - 5 minuten
Oefentoets maken in tweetallen of alleen - 20 minuten
Quiz thema 3 - 15 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Het hart heeft .........?
A
3 kamers en 3 boezems
B
4 kamers
C
2 boezems en 2 kamers
D
4 boezems

Slide 3 - Quizvraag

Het hart heeft...
A
1 klep
B
2 kleppen
C
3 kleppen
D
4 kleppen

Slide 4 - Quizvraag

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Niet zo'n gespierde wand
Overal kleppen
Kleppen bij het hart

Slide 5 - Sleepvraag

Rode bloed cellen
Witte bloed cellen
Bloed plaatjes
Bloed plasma
Een vloeistof benodigd voor transport van andere stoffen
opname van zuurstof  om af te geven aan andere organen
Het doden van ziekte verwekkers
Delen van uiteengevallen cellen, nodig voor stolling

Slide 6 - Sleepvraag

Ader
Slagader
Haarvat
Zuurstofrijk bloed
Zuurstofarm bloed
Zuurstofrijk bloed

Slide 7 - Sleepvraag

witte
bloedcel
rode
bloedcel
bloed-plaatje

Slide 8 - Sleepvraag

In de afbeelding is een doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.
timer
1:00
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit

Slide 9 - Sleepvraag

8.
A: Hart-longen-hart
B: Hart-organen-hart
A
A= kleine bloedsomloop B= grote bloedomloop
B
A= grote bloedsomloop B= kleine bloedsomloop

Slide 10 - Quizvraag

Hoe verloopt de hartslag?
A
Kamers trekken samen, boezems trekken samen
B
Samentrekken boezem, samentrekken kamer, rust
C
samentrekken boezems, samentrekken kamers
D
samentrekken linkerkant, samentrekken rechterkant

Slide 11 - Quizvraag

Het hart pomp zuurstofarm bloed in de........
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 12 - Quizvraag

Bij veel hartoperaties moet het hart worden stilgelegd. De functies van het hart en van de longen worden dan overgenomen door een zogenoemde hart-longmachine.

Tijdens een operatie is een patiënt aangesloten op een hart-longmachine.

Welke bloedsomloop wordt door de hart-longmachine geheel vervangen?

A
Alleen de grote bloedsomloop
B
Alleen de kleine bloedsomloop
C
Zowel de grote als de kleine bloedsomloop

Slide 13 - Quizvraag

Zuurstofarm -
kleine bloedsomloop
Zuurstofrijk -
grote bloedsomloop
Zuurstofrijk -
kleine bloedsomloop
Zuurstofarm -
grote bloedsomloop

Slide 14 - Sleepvraag

Zie afbeelding.

Welk type bloedvat is dit?
Dit bloedvat heeft een klep.
A
ader
B
slagader
C
haarvat

Slide 15 - Quizvraag

In welk onderdeel van het hart gaat bloed het hart uit?
A
Boezems
B
Kamers

Slide 16 - Quizvraag

Gaan aderen naar het hart toe of van het hart af?
A
Naar het hart toe
B
Van het hart af

Slide 17 - Quizvraag

Hart
A
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de aorta
B
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longader
C
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de holle ader
D
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longslagader

Slide 18 - Quizvraag

Bij een hartinfarct:
A
Klopt het hart onregelmatig
B
Krijgt een deel van het hart geen zuurstof meer
C
Klopt het hart sneller dan normaal
D
Klopt het hart langzamer dan normaal

Slide 19 - Quizvraag

Karel wil zijn bloedgroep weten. Bij een bloedgroepentest is er alleen klontering bij anti-B (dus niet bij anti-A).
Wat is Karel zijn bloedgroep?
A
A
B
B
C
AB
D
O

Slide 20 - Quizvraag

Wat is ONJUIST?
A
Antistoffen zijn specifiek
B
Na een besmetting houd je antistoffen in je lichaam
C
Koorts zorgt ervoor dat de afweerreactie sneller verloopt
D
Witte bloedcellen komen alleen in je bloedvaten voor

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn hier de antigenen?
A
Geel
B
Oranje
C
Blauw

Slide 22 - Quizvraag

In dit diagram zie je...
A
Een afweerreactie voor en nadat iemand immuun is geworden
B
De lichaamstemperatuur na infectie
C
Het aantal actieve witte bloedcellen tijdens infecties
D
De concentratie antistoffen tijdens infecties

Slide 23 - Quizvraag