In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Quiz T3 tot nu toe
Slide 1 - Tekstslide
Het hart heeft .........?
A
3 kamers en 3 boezems
B
4 kamers
C
2 boezems en 2 kamers
D
4 boezems
Slide 2 - Quizvraag
Het hart heeft...
A
1 klep
B
2 kleppen
C
3 kleppen
D
4 kleppen
Slide 3 - Quizvraag
Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Niet zo'n gespierde wand
Overal kleppen
Kleppen bij het hart
Slide 4 - Sleepvraag
Rode bloed cellen
Witte bloed cellen
Bloed plaatjes
Bloed plasma
Een vloeistof benodigd voor transport van andere stoffen
opname van zuurstof om af te geven aan andere organen
Het doden van ziekte verwekkers
Delen van uiteengevallen cellen, nodig voor stolling
Slide 5 - Sleepvraag
Ader
Slagader
Haarvat
Zuurstofrijk bloed
Zuurstofarm bloed
Zuurstofrijk bloed
Slide 6 - Sleepvraag
witte
bloedcel
rode
bloedcel
bloed-plaatje
Slide 7 - Sleepvraag
In de afbeelding is een doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.
timer
1:00
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit
Slide 8 - Sleepvraag
8. A: Hart-longen-hart B: Hart-organen-hart
A
A= kleine bloedsomloop
B= grote bloedomloop
B
A= grote bloedsomloop
B= kleine bloedsomloop
Slide 9 - Quizvraag
Hoe verloopt de hartslag?
A
Kamers trekken samen, boezems trekken samen
B
Samentrekken boezem, samentrekken kamer, rust
C
samentrekken boezems, samentrekken kamers
D
samentrekken linkerkant, samentrekken rechterkant
Slide 10 - Quizvraag
Het hart pomp zuurstofarm bloed in de........
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 11 - Quizvraag
Bij veel hartoperaties moet het hart worden stilgelegd. De functies van het hart en van de longen worden dan overgenomen door een zogenoemde hart-longmachine.
Tijdens een operatie is een patiënt aangesloten op een hart-longmachine.
Welke bloedsomloop wordt door de hart-longmachine geheel vervangen?
A
Alleen de grote bloedsomloop
B
Alleen de kleine bloedsomloop
C
Zowel de grote als de kleine bloedsomloop
Slide 12 - Quizvraag
Zuurstofarm -
kleine bloedsomloop
Zuurstofrijk -
grote bloedsomloop
Zuurstofrijk -
kleine bloedsomloop
Zuurstofarm -
grote bloedsomloop
Slide 13 - Sleepvraag
Zie afbeelding.
Welk type bloedvat is dit? Dit bloedvat heeft een klep.
A
ader
B
slagader
C
haarvat
Slide 14 - Quizvraag
In welk onderdeel van het hart gaat bloed het hart uit?
A
Boezems
B
Kamers
Slide 15 - Quizvraag
Gaan aderen naar het hart toe of van het hart af?
A
Naar het hart toe
B
Van het hart af
Slide 16 - Quizvraag
Hart
A
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de aorta
B
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longader
C
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de holle ader
D
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longslagader