3A vragen

Grieks 1
vragen tekst 3A
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grieks 1
vragen tekst 3A

Slide 1 - Tekstslide

Vragen over 3A
Lesboek p25
Oefenboek p20-21
schrift
Spullen bij de hand!

Slide 2 - Tekstslide

2. Hoe kun je οὐκ ook vertalen?
A
wel
B
geen
C
een
D
mens

Slide 3 - Quizvraag

3: regel 2 Θεοὶ en ἄνθρωποι:
A
beide nom Θεοὶ ow / ἄνθρωποι ndg
B
beide nom Θεοὶ ndg/ ἄνθρωποι ow
C
beide acc Θεοὶ ow / ἄνθρωποι ndg
D
beide acc Θεοὶ ndg/ ἄνθρωποι ow

Slide 4 - Quizvraag

4: r3 θεός
welke functie?
A
ow
B
ndg
C
lv
D
banaan

Slide 5 - Quizvraag

4b: ndg zie je vaak bij het werkwoord...?
A
Ἡρακλῆς
B
οὐκ
C
ἔστι
D
θεός

Slide 6 - Quizvraag

5: regel 6 ὁ Ἡρακλῆς
hoe zie je dat dit woord nom is?
A
hoofdletter
B
naam
C
plaats in de zin
D
lidwoord

Slide 7 - Quizvraag

6: regel 7 δούλους is?
A
nom ev / ow
B
nom mv / ow
C
acc ev / lv
D
acc mv / lv

Slide 8 - Quizvraag

7: regel 8 hoe vertaal je καὶ ?
A
en
B
ook
C
zelfs
D
is

Slide 9 - Quizvraag

8: regel 9 τὸν δοῦλον
Dit woord is acc / lv.
Hoe zie je dat?
A
lidwoord + uitgang
B
plaats in de zin
C
betekenis
D
accenten

Slide 10 - Quizvraag

9a+c: regel 11 Ἡ χώρα θηρία ἔχει
Wat is Ἡ χώρα?
A
nom ev / ow
B
nom mv / ndg
C
acc mv / lv
D
acc ev / lv

Slide 11 - Quizvraag

9b+d: 9: regel 11 Ἡ χώρα θηρία ἔχει
Wat is θηρία?
A
nom ev / ow
B
nom mv / ndg
C
acc mv / lv
D
acc ev / lv

Slide 12 - Quizvraag

10: regel 11 σπήλαιον
gaat als θηριον: acc ev / lv
welk lidwoord?
A
B
C
τον
D
το

Slide 13 - Quizvraag

11: regel 12 Οἱ ἐπιχώριοι is...?
A
nom ev / ow
B
nom mv / ow
C
acc ev / lv
D
acc mv / lv

Slide 14 - Quizvraag

12: regel 7/11 ἔχει en regel 12/13 ἔχουσιν:
welke klopt?
A
ἔχει is ev ἔχουσιν is ev
B
ἔχει is mv ἔχουσιν is mv
C
ἔχει is ev ἔχουσιν is mv
D
ἔχει is mv ἔχουσιν is ev

Slide 15 - Quizvraag

en weer even naar It's

Slide 16 - Tekstslide