4HV - Kapitel 3: Sport & Kultur

4HV - Kapitel 3: Sport & Kultur
Wiederholung
Herzlich Wilkommen!

Donnerstag, den 2. November 2023



1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

4HV - Kapitel 3: Sport & Kultur
Wiederholung
Herzlich Wilkommen!

Donnerstag, den 2. November 2023



Slide 1 - Tekstslide

Lernliste D-NL
Übersetze die großgeschrieben Wörter ins Niederländische.

Slide 2 - Tekstslide

Du wirst es SCHAFFEN!
A
gebruiken
B
voor elkaar krijgen
C
aarzelen
D
waarderen

Slide 3 - Quizvraag

Viele BERUFSTÄTIGE machen auch Freiwilligenarbeit.
A
geboorteland
B
inleiding
C
werkende
D
producent

Slide 4 - Quizvraag

Du musst mitmachen! Ich verstehe nicht, warum du noch ZÖGERST?
A
aarzelen
B
vechten
C
deelnemen
D
gebruiken

Slide 5 - Quizvraag

Sie kommt OFFENBAR mit dieser Situation nicht zurecht.
A
ondertussen
B
blijkbaar
C
nauwelijks
D
duidelijk

Slide 6 - Quizvraag

Zerrad hatte Lust auf eine Ausstellung, UND ZWAR auf die über Porsche.
A
ondertussen
B
vooral
C
niet alleen
D
en wel

Slide 7 - Quizvraag

Lernliste NL-D
Ergänze das passende Wort auf Deutsch. Achte auf die richtige Form. 

Slide 8 - Tekstslide

Wissen Sie, wo ... des Museums ist?

de ingang - koken - series kijken - sporten - uitgaan - winnen - werpen

Slide 9 - Open vraag

Ist das ..., auf den du gewartet hast?

geopend - het verslag - bekend

Slide 10 - Open vraag

Können Sie über Ihre ... als Profi erzählen?

bezichtigen - de ervaringen - de rij - plaatsvinden - de titel - de toneelspeler - de voorstelling

Slide 11 - Open vraag

Wir spielen selten ..., meistens draußen.

het voetbalveld - binnen - voorstellen - daarmee - verenigingen

Slide 12 - Open vraag

Lernliste NL-D
Übersetze ins Deutsche 

Slide 13 - Tekstslide

de schilderijen

Slide 14 - Open vraag

populair

Slide 15 - Open vraag

zich bezighouden met

Slide 16 - Open vraag

fitnessen

Slide 17 - Open vraag

Grammatik

Ergänze die Modalverben  im Präsens.

Slide 18 - Tekstslide

Ergänze die richtige Form im Präsens.

[willen] Mit wem ... Timo ins Ausland reisen?

Slide 19 - Open vraag

Ergänze die richtige Form im Präsens.

[kunnen] Lise und Ilse ... jetzt nicht zu euch kommen.

Slide 20 - Open vraag

Ergänze die richtige Form im Präsens.

[mogen] Die ganze Familie ... morgen mitmachen.

Slide 21 - Open vraag

Ergänze die richtige Form im Präsens.

[leuk vinden] Welchen Fußballspieler ... man am besten?

Slide 22 - Open vraag

Ergänze die richtige Form im Präsens.

[lusten] Wir ... diese Pizza überhaupt nicht.

Slide 23 - Open vraag

Ergänze die richtige Form im Präsens.

[moeten] ... wir ins Kino gehen?

Slide 24 - Open vraag

Ergänze die richtige Form im Präsens.

[moeten] Alle ... sofort zum Notausgang!

Slide 25 - Open vraag

Ergänze die richtige Form im Präsens.

[weten] Niemand ..., wie der Verein heißt.

Slide 26 - Open vraag

Ergänze die richtige Form im Präsens.

[weten] ... du, wie die Lehrerin heißt?

Slide 27 - Open vraag

Ergänze die richtige Form im Präsens.

[weten] ... Sie, wann wir nach Hause gehen?

Slide 28 - Open vraag

Grammatik

Übersetze ins Deutsche.

Slide 29 - Tekstslide

Vind je deze wedstrijd leuk?

Slide 30 - Open vraag

De Spelers mogen vandaag buiten sporten.

Slide 31 - Open vraag

We willen in geen geval uitgaan.

Slide 32 - Open vraag

Grammatik

Ergänze die fehlenden Wörter.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Wat houdt de 7/2-regel in?

Slide 35 - Open vraag

In (een) ... Woche ist es soweit!
A
eine
B
einer
C
einem

Slide 36 - Quizvraag

Der Trainer bereitet uns auf ... Spiel vor.
A
das
B
die
C
dem
D
der

Slide 37 - Quizvraag

Er hat gar keinen Spaß an ... Serie.
A
diese
B
diesem
C
dieses
D
dieser

Slide 38 - Quizvraag

Martina hat uns vor ... Trainer gewarnt.
A
der
B
den
C
dem
D
die

Slide 39 - Quizvraag

Die beiden machen sich auf (de) ... Weg (m).

Slide 40 - Open vraag

(Naast de) ... witzigen Hauptpersonen fand ich auch die Geschichte sehr lustig.

Slide 41 - Open vraag

Ihr redet nur noch (over haar) ... .

Slide 42 - Open vraag

Ich warte (op zijn) ... Vater.

Slide 43 - Open vraag

Ich habe es (in de) ... Eile vergessen.

Slide 44 - Open vraag