Week 6 les 1 H7 Beleggen afmaken en examenopgave bespreken

4V Beco welkom!
Week 6
Bespreken MC vragen zelftest
Bespreken examenopgave & powerpoint opties
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4V Beco welkom!
Week 6
Bespreken MC vragen zelftest
Bespreken examenopgave & powerpoint opties

Slide 1 - Tekstslide

Is deze bewering juist of onjuist?
1 Naarmate de resterende looptijd korter wordt, zal de koerswaarde van een obligatie dichter bij de nominale waarde komen te liggen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

De koper van een call optie heeft het recht om in de toekomst aandelen te verkopen tegen een vooraf afgesproken prijs.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Een call optie koop je indien je verwacht dat de koers van de onderliggende aandelen gaat dalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Bij het schrijven van een put optie is het risico minder groot dan bij het schrijven van een call optie.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Bij het schrijven van een put optie is het risico minder groot dan bij het schrijven van een call optie. --> juist
Een put optie geeft je het recht om in de toekomst aandelen te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs.

Een call optie geeft je het recht om gedurende de looptijd van de optie aandelen te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs. 
Als dee beurskoers heel sterk gestegen is, kan de schrijver (verkoper) dit veel geld kosten)
Als schrijver ben je verkoper. 

Slide 6 - Tekstslide

De koper van een optie kan nooit meer verliezen dan het bedrag waarvoor hij/zij de opties heeft gekocht (optiepremie)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Maken 7.17 en 7.18

Slide 15 - Tekstslide

Donderdag 10 februari
H8 Keuzes bij samenleven, erven en schenken

Slide 16 - Tekstslide

Ken jij een samenlevingsvorm?

Slide 17 - Open vraag

Samenlevingsvormen
1. Gehuwd
2. Geregistreerd Partnerschap
3. Niet gehuwd / niet geregistreerd samenwonen met samenlevingscontract
4. Niet gehuwd / niet geregistreerd samenwonen zonder samenlevingscontract

Slide 18 - Tekstslide

Gehuwd en geregistreerd partnerschap

Het is juridisch gezien een contract. 
> Tot het uit elkaar gaan moet alimentatie worden betaald. 
> Voor 1-1-18 trouwen zonder huwelijkse voorwaarden betekende dat alle bezittingen/schulden gemeenschappelijk zijn.
> Vanaf 1-1-18; verandering: trouwen betekende beperkte gemeenschap van goederen tenzij er anders is afgesproken in de huwelijkse voorwaarden. 

Huwelijkse voorwaarden; notaris. 

Slide 19 - Tekstslide