Je weet wat een handelsbalans over de rijkdom van een land zegt.
Je kunt rekenen met een handelsbalans.
Je begrijpt waarom Nederland een koploper in de wereld is.
Je weet wat lagelonenlanden zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Terugblik §4.3
Wat zijn multinationals en waarom komen die hier?
Waarom is Nederland een koploper?
Handelsbalans
Lagelonenlanden
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik
Wat is het verschil tussen de formele en informele sector?
Welke 3 soorten groepen heb je binnen de beroepsbevolking?
Wat betekent sociale ongelijkheid?
Wat betekent regionale ongelijkheid?
Slide 4 - Tekstslide
Waarom is Nederland een koploper?
Hoog inkomen per inwoner
Hoog welzijn
Leven gemiddeld lang (81 jaar)
Bijna iedereen kan lezen en schrijven (99%)
Slide 5 - Tekstslide
Ongelijkheid in Nederland
Sociale ongelijkheid
Regionale ongelijkheid
Slide 6 - Tekstslide
Handelsbalans
De export - de import van een land.
Nederland exporteert meer dan dat het importeert dus heeft Nederland een positieve handelsbalans.
Uitgedrukt in geld
Slide 7 - Tekstslide
Multinationals
Een bedrijf dat in meerdere landen tegelijk werkzaam is.
Philips, Coca-Cola en Starbucks.
Slide 8 - Tekstslide
Lagelonenlanden
Multinationals zetten hun fabrieken in de lagelonenlanden om zo goedkoop mogelijk hun producten te laten maken. Dit werk is ook erg arbeidsintensief, dit is dus erg veel werk voor zo laag mogelijke prijs.
Positieve of negatieve handelsbalans?
Slide 9 - Tekstslide
Lagelonenlanden
Horen deze landen bij de semiperiferie (volgers) of bij de periferie (achterblijvers)?
Waarom hoort het bij deze groep?
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet wat een handelsbalans over de rijkdom van een land zegt.
Je kunt rekenen met een handelsbalans.
Je begrijpt waarom Nederland een koploper in de wereld is.