Quantifiers

Goals for this lesson
After this lesson, you can:
- Understand and apply different "quantifiers" (hoeveelheidswoorden)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goals for this lesson
After this lesson, you can:
- Understand and apply different "quantifiers" (hoeveelheidswoorden)

Slide 1 - Tekstslide

Quantifiers (hoeveelheidswoorden)
Words which express a quantity

Slide 2 - Tekstslide

Which words are used to express quantities (hoeveelheid) ?
(more than one answer is possible)
A
A few - a little - few - little
B
Who-Which-When
C
This-That-Those-These
D
Much-Many-A lot

Slide 3 - Quizvraag

Telbaar (countable nouns)
Ze kunnen enkelvoud of meervoud zijn 


a car / three cars
a dog / two dogs
an orange / three oranges
 a chair/ six chairs
Ontelbaar (uncountable nouns)
Ze kunnen alleen enkelvoudig zijn 

money / two moneys 
sand / two sand
sugar / two sugars
bread / two breads

Slide 4 - Tekstslide

Think of words which are
countable (telbaar). Put 'a lot of' in front of it.
(example - a lot of apples, a lot of bottles)

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Als ik een bevestigende zin wil maken, welke moet ik gebruiken?
A
Many
B
Much
C
A lot of

Slide 7 - Quizvraag

Als ik een zin wil maken met "friends", zou ik dan "many" of "much" gebruiken?
A
Many
B
Much

Slide 8 - Quizvraag

Als ik een zin wil maken met "bread" zou ik dan "many" of "much" gebruiken?
A
Many
B
Much

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf een ontkennende zin: Gebruik een van de ontelbaar dingen we hebben net gezien:
I don't have ..............

Slide 11 - Open vraag

Sally doesn't have ................... pens
A
much
B
many
C

Slide 12 - Quizvraag

We are going to be late. There is .............traffic on the road.
A
a lot of
B
many

Slide 13 - Quizvraag

I haven't got .........................clean clothes!
A
many
B
much

Slide 14 - Quizvraag

Do you have .......................... free time?
A
many
B
much

Slide 15 - Quizvraag

They get ...............................sunshine in Spain.
A
a lot of
B
many
C
much

Slide 16 - Quizvraag

Complete 
Unit 4, lesson 4 Ex. 7

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

A Few / Few + zelfstandig nw.

A few apples (een paar)
Few apples (weinig)

Welke letter zie je aan het eind van het zelfstandig naamwoord?
A little / Little + zelfstandig nw

A little milk (een beetje)
Little milk (weinig) 



Slide 20 - Tekstslide

Kun je het tellen?
Many (veel)
A few (een paar)  
Few (weinig)
Kun je het niet tellen?
Much (veel)
A little (een beetje)
Little (weinig)

Slide 21 - Tekstslide

I know .......................Spanish, but not enough for a 10 minute conversation.
A
Little
B
A Little
C
Few
D
A few

Slide 22 - Quizvraag

Jenny always has got ...................... sweets and she always shares them.
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 23 - Quizvraag

I have ........................ water left, if you would like to share.
A
little
B
a little
C
few
D
a few

Slide 24 - Quizvraag

Video Quiz
Link: https://www.youtube.com/watch?v=0x0-agYQRLg
Video quiz

Question 1 -8  only

Slide 25 - Tekstslide

I don't have                   time left.                 
How                   books can I buy?
Only                   students showed up today.
                   students passed the test sadly.
                   people are scared of spiders.
There was only                       wine left.
The was                   ketchup in the bottle, 
is was finished. 

much
many
few
little
a little
a few
a lot of

Slide 26 - Sleepvraag

Any questions?

Slide 27 - Tekstslide

Continue with....
Unit 4, lesson 4 Ex. 8 & 9
Use this online  exercise for extra practice as well.

Slide 28 - Tekstslide

Let's look back
After this lesson, you can:
- Understand and apply the "quantifiers"

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide