Gebaseerd op 'Literatuur geschiedenis en theorie' van J.A. Dautzenberg en www.literatuurgeschiedenis.org
Marsman blz. 135
Paul van Ostaijen blz. 135
'Groots en meeslepend wil ik leven'
F. Bordewijk §58
Martinus Nijhoff §61
Jan Jacob Slauerhoff §62
E. du Perron
Anton de Kom
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Literatuurgeschiedenis
Periode 1914 - 1945
Gebaseerd op 'Literatuur geschiedenis en theorie' van J.A. Dautzenberg en www.literatuurgeschiedenis.org
Marsman blz. 135
Paul van Ostaijen blz. 135
'Groots en meeslepend wil ik leven'
F. Bordewijk §58
Martinus Nijhoff §61
Jan Jacob Slauerhoff §62
E. du Perron
Anton de Kom
Slide 1 - Tekstslide
Literatuurgeschiedenis
Periode 1914 - 1945
Leerdoel: Je leert je inleven in een periode van onze geschiedenis. Je weet belangrijke kenmerken te noemen en te verbinden aan schrijvers, teksten en fragmenten van toen. Denk aan jouw leeslijst terwijl je leert!
Marsman blz. 135
Paul van Ostaijen blz. 135
'Groots en meeslepend wil ik leven'
F. Bordewijk §58
Martinus Nijhoff §61
Jan Jacob Slauerhoff §62
E. du Perron
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
§53 Historische achtergrond
Voorkennisvraag
In welke wereld leefde een Nederlander tussen 1914 en 1945?
Slide 4 - Tekstslide
Leven tussen 1914 en 1945
Slide 5 - Woordweb
Studeeropdracht: Tijd in beeld brengen
Doel: Je vat de hoofdlijn visueel samen.
Teken een tijdlijn die start in 1914 en eindigt in 1945.
Voeg de belangrijkste begrippen uit §53 toe.
Je moet de tijdlijn kunnen tonen op het bord aan de klas. (Powerpoint, Excel, o.i.d.)
Schrijf in steekwoorden erbij wat je belangrijke informatie lijkt.
Slide 6 - Tekstslide
Tijd in beeld? Check of je deze hebt...
belle epoque
Eerste Wereldoorlog
roaring twenties
beurscrisis
linkse en rechtse dictaturen
versterking sociale wetgeving
democratisering
start en einde Tweede Wereldoorlog
atoombom
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Bordewijk
Ostaijen
Slauerhoff
Nijhoff
Anton de Kom
Marsman
E. du Perron
Slide 9 - Sleepvraag
De schreeuw
Slide 10 - Tekstslide
Marsman
Slide 11 - Tekstslide
§60 Paul van Ostaijen
Slide 12 - Tekstslide
Welke stroming past bij Ostaijen?
A
Modernisme
B
Dada
C
Impressionisme
D
Expressionisme
Slide 13 - Quizvraag
Welk gedicht van Van Ostaijen is het meest concrete of visuele poëzie te noemen? Noem de titel en kies op pagina 147.
Slide 14 - Open vraag
Wat maakt dit gedicht nu typisch eentje van Paul van Ostaijen?
Slide 15 - Tekstslide
Wat maakt dit gedicht nu typisch eentje van Paul van Ostaijen?
Slide 16 - Tekstslide
Uit welke periode van Ostaijen komt dit gedicht, denk je ?
Slide 17 - Tekstslide
§61 Martinus Nijhoff
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Welke naam kun je plakken op de gedichten die Nijhoff schreef?
Slide 20 - Open vraag
§62 J. Slauerhoff
Slide 21 - Tekstslide
Hoe zie je aan Nijhoffs gedichten in de paragraaf dat zijn werk juist niet tot het modernisme behoort?
Slide 22 - Open vraag
Wat weet je nog over Slauerhoff?
Slide 23 - Woordweb
Wat maakt Slauerhoff neoromaticus?
Slide 24 - Open vraag
§64 Nieuwe Zakelijkheid
Slide 25 - Tekstslide
Nieuwe zakelijkheid wordt in Nederland ook wel genoemd...
A
dadaïsme
B
ventisme
C
lollilisme
D
lalaïsme
Slide 26 - Quizvraag
'Forum' is het tijdschrift van...
A
Bloem en Perron
B
Perron en Jan Lubbes
C
Vestdijk en Bloem
D
Perron en Ter Braak
Slide 27 - Quizvraag
Menno ter Braak
(Charles Edgar) E. du Perron
Slide 28 - Tekstslide
De leuze van 'Forum' was...
A
Niet de vorm maar de vent
B
Niet het meisje maar de vrouw
C
Niet het zusje maar de moeder
D
Niet voor maar achter
Slide 29 - Quizvraag
Door die leus gingen sommige schrijvers weer aan slag, namelijk...