emoties en gevoelens

emoties en gevoelens
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 1-3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

emoties en gevoelens

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
(1) We gaan woorden over gevoelens leren: 

(2) We gaan zinnen maken over emoties.


Slide 2 - Tekstslide

welke gevoelens zijn er?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video


A
nerveus
B
boos
C
verveeld
D
blij

Slide 5 - Quizvraag

Welk gevoel?
A
boos
B
bang
C
blij
D
verveeld

Slide 6 - Quizvraag

Welk gevoel?
A
Nerveus
B
Blij
C
Benieuwd
D
Verliefd

Slide 7 - Quizvraag

Welk gevoel
A
Nerveus
B
Verveeld
C
Boos
D
Nieuwsgierig

Slide 8 - Quizvraag

Welk gevoel?
A
verliefd
B
verveeld
C
verloren
D
verdrietig

Slide 9 - Quizvraag

Welk gevoel?
A
verbaasd
B
bang
C
boos
D
blij

Slide 10 - Quizvraag

Welk gevoel
A
bang
B
nieuwsgierig
C
boos
D
verveeld

Slide 11 - Quizvraag

Welk gevoel?
A
Bang
B
Nerveus
C
verdrietig
D
Geïrriteerd

Slide 12 - Quizvraag

Welk gevoel?
A
boos
B
geïrriteerd
C
verdrietig
D
verveeld

Slide 13 - Quizvraag

Gevoelens  (in je schrift)
Blij:.....................................                       Nieuwsgierig.............................
Boos:..................................                      Verdrietig .............................
Nerveus.............................                      Verliefd.................................
Bang...................................
Verbaasd.......................
Geïrriteerd..........................
Verveeld:.............................

Slide 14 - Tekstslide

Ik ben.............., want 1-2-3.

Slide 15 - Open vraag

Ik ben.............., want 1-2-3.

Slide 16 - Open vraag

Ik ben.............., want 1-2-3.

Slide 17 - Open vraag

Ik ben.............., want 1-2-3.

Slide 18 - Open vraag

Ik ben.............., want 1-2-3.

Slide 19 - Open vraag

Ik ben.............., want 1-2-3.

Slide 20 - Open vraag

Ik ben.............., want 1-2-3.

Slide 21 - Open vraag

Ik ben...................., want 1-2-3.

Slide 22 - Open vraag