Lezen 5.3 (2) - 3 kader

Lezen 5.3 - 3 kader
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen 5.3 - 3 kader

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Uitleg theorie + oefeningen 5.3
- Maak opdrachten van 5.3

Lesdoel:
- Je kunt vertellen wat het verschil is tussen overtuigende en activerende teksten. 
- Je kunt vertellen welke drie tekstverbanden vaak in overtuigende en activerende teksten voorkomen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Overtuigende tekst
Een overtuigende tekst heeft vaak de volgende opbouw:

Inleiding: het standpunt van de schrijver
Kern: de argumenten
Slot: de conclusie


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

We lezen tekst 2 (blz. 178)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van de schrijver van tekst 2?
A
een waarschuwing geven
B
informeren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 7 - Quizvraag

Wat doet de schrijver in de inleiding van tekst 2?
A
aandacht trekken door een persoonlijk verhaal
B
haar standpunt uiteenzetten
C
uitleggen waarom zij flexitariër geworden is

Slide 8 - Quizvraag

Wat staat er in alinea 2?
A
argumenten bij het standpunt
B
het standpunt van de schrijver
C
uitleg over wat een flexitariër is

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het doel van alinea 5?

Slide 10 - Open vraag

Welk woord in alinea 3 (regel 15) is het tegenovergestelde van karig?

Slide 11 - Open vraag

'Want niet alleen voor mens en dier is het slecht, ook voor het milieu is veel vlees eten rampzalig.'

Welk woord in die zin betekent ongeveer hetzelfde als rampzalig (r. 29)?

Slide 12 - Open vraag

De mening van de schrijver staat drie keer in de tekst. In welke van de onderstaande zinnen staat die mening NIET?
A
Helemaal stoppen met vlees en vis hoeft niet, maar het een of meer dagen per week laten staan wel.
B
We krijgen al behoorlijk wat eiwitten binnen met ons overige voedsel.
C
Al dat vlees eten moet een halt toegeroepen worden!
D
Dus eet gewoon de helft van de hoeveelheid vlees die je nu eet.

Slide 13 - Quizvraag

De schrijver vindt dat het vele eten van vlees moet stoppen. Het is namelijk slecht voor mens en dier.

Welk ander argument noemt ze daarvoor in alinea 4?

Slide 14 - Open vraag

Noteer het signaalwoord
voor reden/argument uit alinea 3.

Slide 15 - Open vraag

Noteer het signaalwoord
voor reden/argument
uit alinea 4.

Slide 16 - Open vraag

Noteer het signaalwoord
voor conclusie uit alinea 5.

Slide 17 - Open vraag

Lesplanning
- Maak online de test jezelf van lezen 3.3 en 4.3 en leer de theorie van lezen 
= huiswerk vrijdag 28 februari

Lesdoel:
- Je kunt vertellen wat het verschil is tussen overtuigende en activerende teksten. 
- Je kunt vertellen welke drie tekstverbanden vaak in overtuigende en activerende teksten voorkomen.

Slide 18 - Tekstslide