3.1 Nederland en Frankrijk: energiebronnen en energieverbruik

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Aardgas wordt in Nederland gewonnen in
A
Friesland
B
Drenthe
C
Overijssel
D
Groningen

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Beoordeel de stellingen.
I De gaswinning in Groningen wordt nu verminderd, omdat het aardgasveld bijna leeg is.
II Steenkool en gas ontstonden in de Nederlandse bodem toen de ondiepe binnenzee indampte

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.

Slide 17 - Quizvraag

Het energieverbruik in Nederland neemt...
A
Toe
B
Af

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel procent van het energieverbruik in Nederland (in 2017) was duurzaam?
A
6%
B
12%
C
39%
D
41%

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een groot verschil tussen het energieverbruik in Nederland en Frankrijk?
A
Frankrijk heeft minder kerncentrales dan Nederland
B
Nederland is veel duurzamer
C
Frankrijk is veel duurzamer
D
Nederland gebruikt minder kernenergie dan Frankrijk

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Waarom heeft NL geen waterkrachtcentrales?
A
Het is te duur
B
Nederland heeft nauwelijks reliëf
C
Nederland heeft te veel reliëf
D
Aanleg is te moeilijk

Slide 24 - Quizvraag

Met welk nadeel heeft Frankrijk te maken als het aankomt op energiebronnen?
A
veel grondstoffen
B
weinig grondstoffen
C
veel zee
D
weinig zee

Slide 25 - Quizvraag

Welke 2 energiebronnen zijn belangrijk voor Frankrijk?

A
olie en gas
B
gas en kolen
C
waterkracht en kolen
D
olie en kernenergie

Slide 26 - Quizvraag

Wat is geen voordeel van waterkrachtcentrales?
A
Duurzame vorm van energie
B
Goedkope vorm van energie
C
Stroming in het water
D
Er is geen sprake van verbranding

Slide 27 - Quizvraag

Waarom gebruikt Frankrijk meer primaire energiebronnen?
A
Frankrijk heeft een ander klimaat.
B
Er wonen vier keer zoveel mensen.
C
Frankrijk is veel groter.

Slide 28 - Quizvraag

Getijdenenergie is
A
uitputbaar
B
hernieuwbaar

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een voordeel van getijdenenergie?
A
a) Beperkte beschikbaarheid
B
b) Voorspelbare en herhaalbare energieopwekking
C
c) Lage onderhoudskosten
D
d) Afhankelijkheid van zonlicht

Slide 30 - Quizvraag

Een kerncentrale stoot CO2 uit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Wat gebeurt er niet in de kerncentrale?
A
De turbine drijft de generator aan die elektriciteit levert
B
Bij de kernsplijting ontstaat warmte
C
Bij elke kernsplijting ontstaan er meerdere neutronen waardoor er steeds meer kernsplijtingen tegelijk komen
D
De warmte die ontstaat wordt gebruikt om water te veranderen in stoom

Slide 32 - Quizvraag

Wat gebeurt er als het misgaat met een kerncentrale?
A
Niets, kernenergie is niet gevaarlijk
B
Klein ontploffinkje, niet zoveel verder, centrale is wel stuk
C
Deel van een land word duizenden jaren onbewoonbaar
D
De aarde ontploft

Slide 33 - Quizvraag

Elektrische energie kan worden opgewekt met een kerncentrale.
Welke stof wordt in een kerncentrale gebruikt?

A
• lithium
B
• plutonium
C
• uranium
D
• waterstof

Slide 34 - Quizvraag