Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Indirecte reden / directe reden
Een zin in de directe rede zegt precies wat iemand heeft gezegd.
A
waar
B
niet waar
1 / 22
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Taal
Basisschool
Groep 7
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Een zin in de directe rede zegt precies wat iemand heeft gezegd.
A
waar
B
niet waar
Slide 1 - Quizvraag
Een zin in directe rede staat tussen ... en begint met een ...
A
haakjes, kleine letter
B
aanhalingstekens, kleine letter
C
haakjes, hoofdletter
D
aanhalingstekens, hoofdletter
Slide 2 - Quizvraag
Wat mist de volgende directe rede?
De diep riep: Je geld of je leven?
A
Haakjes
B
Aanhalingstekens
C
Een t achter geld
D
Een punt.
Slide 3 - Quizvraag
Aanhalingstekens vind je terug in de .....
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 4 - Quizvraag
Waaraan herken je een zin in de directe rede?
A
Aan de hoofdletter aan het begin van de zin.
B
Aan het vraagteken achteraan in de zin.
C
Aan de aanhalingstekens.
D
Aan het woord "vraagt".
Slide 5 - Quizvraag
In welke zin is de DIRECTE rede correct gebruikt?
A
De meester vroeg: "Of ik mijn spullen wilde opruimen."
B
De meester vroeg of ik mijn spullen wilde opruimen.
C
De meester vroeg wil je je spullen opruimen?
D
De meester vroeg: "Wil je je spullen opruimen?"
Slide 6 - Quizvraag
Welke zin staat in de directe rede?
A
De man vroeg of hij naar huis mocht gaan.
B
Sil zegt: "Ga je mee in het park spelen?"
C
Jelka vertelde dat ze geen bloemkool lustte.
D
Mischa fluisterde dat ze een snoepje wil.
Slide 7 - Quizvraag
Welke zin staat in de directe rede?
A
De jongen zegt dat hij een smaak ijs kiest.
B
Het meisje zegt dat de jongen niet zo gemeen moet doen.
C
Oma vraagt: 'Wat heb je gedaan op school?'
D
Filip zegt dat hij naar huis gaat.
Slide 8 - Quizvraag
Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Ik zeg dat ik dat niet leuk vind.
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 9 - Quizvraag
Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Willem vraagt:"Mag ik wat eten?"
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 10 - Quizvraag
Welke zin staat er in de DIRECTE rede?
A
Mijn vader zegt dat hij morgen thuiskomt.
B
Mijn moeder roept: 'Kom direct thuis!'
C
Het meisje vertelt mij dat ze morgen jarig is.
D
Simon vertelde mij dat hij gister ziek was.
Slide 11 - Quizvraag
Welke zin staat in de directe reden?
A
'Kom,' zegt papa, 'we gaan'
B
papa zegt dat we gaan
C
papa zegt dat we moeten komen
Slide 12 - Quizvraag
Jasmijn vraagt of ik bij haar kom spelen.
Zet deze zin in de DIRECTE rede
A
Jasmijn vraagt: 'kom je bij mij spelen?'
B
Jasmijn vraagt: 'Kom je bij mij spelen?'
C
Jasmijn vraagt: 'Kom je bij mij spelen.'
D
Jasmijn vraagt 'Kom je bij mij spelen?'
Slide 13 - Quizvraag
Directe of indirecte rede:
De juf zegt dat je je spullen op moet ruimen.
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 14 - Quizvraag
Welke zin staat in de directe reden?
A
Tijn zegt dat iedereen mee mag
B
Iedereen mag mee!
C
Tijn zegt: 'Iedereen mag mee.'
Slide 15 - Quizvraag
Staat de zin in de directe of indirecte rede?
Elvis zegt dat hij naar huis gaat.
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 16 - Quizvraag
Directe of indirecte rede?
Suzanne zegt: 'Omdat je op een paard kunt rijden.'
A
directe rede
B
indirecte rede
C
deze kun je niet kiezen
D
deze kun je niet kiezen
Slide 17 - Quizvraag
De jager zei tegen Sneeuwwitje dat ze ver weg moest lopen.
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 18 - Quizvraag
Welke zin is in een directe reden geschreven?
A
Hij zei dat de soep te heet was.
B
Ze vroeg zich af waar haar moeder was.
C
"Heb je lekker geslapen?", vroeg Lies.
D
Ze zei dat ze haar kamer had opgeruimd.
Slide 19 - Quizvraag
"Breng Sneeuwwitje naar het bos en dood haar!" sprak de boze koningin.
A
directe rede
B
indirecte rede
Slide 20 - Quizvraag
Staat de zin in de directe of indirecte rede?
De juf vraagt of je stil wilt zijn.
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 21 - Quizvraag
Pap zegt dat ik mijn fiets voor het eten binnen moet zetten.
A
Directe rede
B
Indirecte rede
Slide 22 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Taal actief 4 Groep 7Thema 1 les 9 Indirecte reden / directe reden
November 2023
- Les met
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Thema 1, week 4, les 17, directe en indirecte rede
September 2023
- Les met
31 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Indirecte reden / directe reden
December 2022
- Les met
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Directe/indirecte rede
April 2024
- Les met
27 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
04. Taal Thema 1 week 1 les 4 directe/indirecte rede
Augustus 2019
- Les met
38 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Directe indirecte rede
Januari 2024
- Les met
24 slides
Taal
Basisschool
Groep 8
Taal verkennen thema 1 groep 7 directe en indirecte rede
September 2024
- Les met
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
indirecte en directe rede
Juni 2020
- Les met
20 slides
Taal
Basisschool
Groep 6