Zonder werk?_3.4_2M

Agenda les
  • leerdoelen paragraaf 3.4
  • Uitleg paragraaf 3.4
  • Zelf aan de slag
  • login op lessonup.app
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Agenda les
  • leerdoelen paragraaf 3.4
  • Uitleg paragraaf 3.4
  • Zelf aan de slag
  • login op lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen paragraaf 3.4
  • Je kunt uitleggen wanneer iemand werkloos is;
  • Je weet wat ontslag is en wat de gevolgen ervan kunnen zijn;
  • Je kunt uitleggen wat het UWV voor je kan betekenen na ontslag;
  • Je kunt gegevens aflezen uit een lijndiagram
  • Je weet wat de gevolgen van technologische ontwikkelingen kunnen zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkloos
Werkloos: als je wilt werken maar er is geen werk voor je.

Je wordt meegeteld als werkloze als:
  • tussen de 15 en de pensioenleeftijd bent
  • geen baan hebt
  • actief op zoek bent naar werk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontslag
Ontslag: het beëindigen van wordt je arbeidsovereenkomst.

  • Je kunt ontslag krijgen. 
  • Je kunt ook zelf ontslag nemen. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opzegtermijn
  • Bij ontslag heb je meestal te maken met een opzegtermijn. 
  • Opzegtermijn: tijd zitten tussen het moment dat je ontslag neemt of krijgt en de einddatum van de baan.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

UWV
De taken van het UWV (= overheidsinstelling) zijn:
  • bekijken of je recht hebt op een werkloosheidsuitkering
  • helpen bij het vinden van een nieuwe baan. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mensen of Robots?
Technologische ontwikkelingen:

Veel producten hebben we te danken aan nieuwe kennis van techniek en nieuwe uitvindingen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijndiagram
Gebruik je om te laten zien hoe iets in de loop van de tijd daalt of stijgt.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 43 
Ben je wel of niet werkloos?
Je hebt tijdelijk werk gedaan, maar nu heb je even geen zin om te gaan werken.
Je bent 19 en komt van het MBO. Het lukt je niet om een baan te vinden.
Je bent 14 jaar en zit in de 2e klas. Je werkt op zaterdag en krijgt ontslag.
Wel werkloos
Niet werkloos

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 45: (blz 80 boek)
In welke gebieden is de werkloosheid het laagst volgens dit kaartje?
A
Friesland en Groningen
B
Noord-Brabant en Utrecht
C
Zeeland en Midden-Limburg
D
Zuid-Holland en Flevoland

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 46: bekijk staafdiagram.
a. Wanneer waren er de meeste werklozen? Hoeveel waren dat er toen?

Slide 11 - Open vraag

a In 2014, er waren toen 700.000 werklozen.
 b 550.000 ‒ 450.000 = 100.000
 c 550.000 ‒ 475.000 = 75.000

Vraag 46: bekijk staafdiagram.
b. Hoeveel werklozen waren er in 2016 meer dan in 2011?

Slide 12 - Open vraag

a In 2014, er waren toen 700.000 werklozen.
 b 550.000 ‒ 450.000 = 100.000
 c 550.000 ‒ 475.000 = 75.000

Vraag 46: bekijk staafdiagram.
c. Met hoeveel personen daalde de werkloosheid tussen 2016 en 2017?

Slide 13 - Open vraag

a In 2014, er waren toen 700.000 werklozen.
 b 550.000 ‒ 450.000 = 100.000
 c 550.000 ‒ 475.000 = 75.000

Vraag 47: welke bewering is juist en welke onjuist?
Na ontslag krijg je volgens de WW je loon nog een tijdje doorbetaald.
Als je ontslag neemt, moet je dat minstens een dag van te voren zeggen.
Ontslag kun je krijgen, maar ook nemen.
ONJUIST
JUIST

Slide 14 - Sleepvraag

a Juist
 b Onjuist (Gewoonlijk is de opzegtermijn minstens 1 maand.)
 c Onjuist (Je hebt dan meestal recht op een uitkering en niet loon)
Vraag 48: Je hebt al 2 jaar een baan. Je verdient € 1.640 per maand. Doordat het niet zo goed meer gaat in het bedrijf waar je werkt, krijg je ontslag.
a. Wat moet je als eerste doen na je ontslag?

Slide 15 - Open vraag

a Je moet je binnen twee dagen inschrijven als werkzoekende bij het UWV.
 b - Je moet voor je ontslag minstens 26 weken in loondienst zijn geweest.
  - Je moet buiten je schuld werkloos zijn geworden.
  - Je moet beschikbaar zijn voor werk.
 c 70% van € 1.640 = ……
  0,70 × € 1.640 = € 1.148

Vraag 48: Je hebt al 2 jaar een baan. Je verdient € 1.640 per maand. Doordat het niet zo goed meer gaat in het bedrijf waar je werkt, krijg je ontslag.
b. Noem drie andere voorwaarden om recht te hebben op een WW-uitkering.

Slide 16 - Open vraag

a Je moet je binnen twee dagen inschrijven als werkzoekende bij het UWV.
 b - Je moet voor je ontslag minstens 26 weken in loondienst zijn geweest.
  - Je moet buiten je schuld werkloos zijn geworden.
  - Je moet beschikbaar zijn voor werk.
 c 70% van € 1.640 = ……
  0,70 × € 1.640 = € 1.148

Vraag 48: Je hebt al 2 jaar een baan. Je verdient € 1.640 per maand. Doordat het niet zo goed meer gaat in het bedrijf waar je werkt, krijg je ontslag.
c. Bereken welk bedrag je als WW-uitkering krijgt.

Slide 17 - Open vraag

a Je moet je binnen twee dagen inschrijven als werkzoekende bij het UWV.
 b - Je moet voor je ontslag minstens 26 weken in loondienst zijn geweest.
  - Je moet buiten je schuld werkloos zijn geworden.
  - Je moet beschikbaar zijn voor werk.
 c 70% van € 1.640 = ……
  0,70 × € 1.640 = € 1.148 of 1%= 16,40 x 70

Vraag 52: Leg uit waarom het UWV niet iedere werkloze aan een baan kan helpen.

Slide 18 - Open vraag

Bijvoorbeeld:
 - Er zijn minder vacatures dan er werklozen zijn.
 - De werklozen zijn (bijvoorbeeld door hun opleiding) niet geschikt voor de vacatures die er zijn.

Vraag 55: Bedenk één baan die erbij komt als er meer robots gebruikt worden.

Slide 19 - Open vraag

Bijvoorbeeld: onderhoudsmonteurs, ontwerpers van robots, programmeurs
Zelf aan de slag
  • Lees paragraaf 3.4 (blz 80 e.v)
  • maak opgave  48,50 en 53
  • Maak alle rekenopgaven hst 3 (blz 94 en 95 boek)
  • Kijk je opgaven van hst 3 na (antwoordmodel cumlaude)
Voor volgende les:
  • lees de samenvatting van par 3.1 t.m 3.4 blz 86
  • lees/ leer de begrippen van par 3.1 t.m 3.4 blz 87

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies