In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
De kookclub
Slide 1 - Tekstslide
Vraag 1 (1p) Welk van deze vier ingrediënten gaat of welke gaan, bij het bereiden van het deeg, levensverschijnselen vertonen?
Slide 2 - Open vraag
De kookclub
Slide 3 - Tekstslide
Vraag 2 (2p) Carine eet vier sneetjes brood. Laat met een berekening zien welk percentage van de ADH voor jood zij binnenkrijgt. Geef het percentage in een geheel getal.
Slide 4 - Open vraag
maximumscore 2
voorbeelden van een juiste berekening:
− Carine eet 750g/25 x 4 = 120 g brood
− 21% x 120 g / 100 g = 25%
of
− 4/25 x750/100 x 21%=25%
• een juiste berekening. 1 punt
• de correct afgeronde uitkomst 25%. 1 punt
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Vraag 3 (2p) Door welk proces tijdens het rijzen neemt het deeg in omvang toe? En welke producten worden hierbij gevormd?
BiNaS 68B
A
aerobe dissimilatie, waarbij alcohol en koolstofdioxide worden gevormd
B
aerobe dissimilatie, waarbij water en koolstofdioxide worden gevormd
C
anaerobe dissimilatie, waarbij alcohol en koolstofdioxide worden
gevormd
D
anaerobe dissimilatie, waarbij water en koolstofdioxide worden
gevormd
Slide 7 - Quizvraag
Vraag 4 (2p) Evy weegt de ingrediënten voor het maken van het deeg. Na het bakken weegt zij het brood. Het gewicht is met 115 gram afgenomen. Welk proces draagt het meest bij aan deze gewichtsafname?
A
de verdamping van water uit het deeg
B
de vertering van zetmeel
C
de vorming van koolstofdioxide
D
het delen van de gistcellen
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Vraag 5. Bepaal voor elk van de drie meisjes of ze een juiste of een onjuiste uitspraak doen.
BiNaS 68B
Onjuist
Juist
Carine
Veerle
Evy
Slide 10 - Sleepvraag
De kookclub
Slide 11 - Tekstslide
Vraag 6 (2p) (deel 1)
- Noteer een grootheid met bijbehorende eenheid die gebruikt kan worden voor de x-as.
Slide 12 - Open vraag
Vraag 6 (2p) (deel 2)
- En, noteer een grootheid met bijbehorende eenheid die gebruikt kan worden voor de y-as.
Slide 13 - Open vraag
Voorbeelden x-as:
− zoutconcentratie in procent
− zoutgehalte in g/kg
− zoutgehalte in g/dm3
− hoeveelheid zout in gram
Voorbeelden y-as:
− volume van het deeg in mL
− volume van het deeg in cm3
− hoogte van het deeg in cm
− volumetoename in %
maximumscore 2
• een juiste combinatie van grootheid en eenheid op de x-as 1
• een juiste combinatie van grootheid en eenheid op de y-as 1
Opmerking
Als de juiste grootheden en eenheden vermeld zijn, maar de x-as en y-as verwisseld zijn, in totaal 1 scorepunt toekennen.