les 11-10

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

WELKOM KLAS 2!

JdW-klimwijzer

Kleinhuishouding 

Stof afnemen

Plumeau gebruiken

Werkkast opruimen

Aanrecht en gootsteen schoonmaken

Elektrische plaat schoonmaken

Afzuigkap schoonmaken

Tafeldekken

Koelkast schoonmaken

Afval scheiden

Afwassen met de hand

Vaatwasser inruimen

create.kahoot.it

Kleuren bij het schoonmaken

Wat is kleurencodering?

Kleurencodering betekent dat we kleuren gebruiken voor speciale taken of plekken.

Kleurcodes en betekenissen

Rood: Het vuile werk bij sanitairreiniging

Blauw: Het minder vuile werk bij sanitairreiniging

Groen: Het minder vuile werk bij interieurreiniging 

Geel: Het vuile werk bij interieurreiniging

Zwart: Ramen zemen

Lesdoelen

Ik kan woon- en leefruimtes opruimen en netjes houden.

Ik kan woonruimtes en sanitair schoonmaken (hygiënisch, veilig milieubewust).

     Ik kan stof afnemen volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan een plumeau gebruiken volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan een werkkast opruimen volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan een keuken schoonmaken volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan een koelkast schoonmaken volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan afwassen volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan een vaatwasser in/uitruimen volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan een tafel dekken volgens de opgestelde criteria.

Ik kan respectvol en verantwoordelijk omgaan met andere mensen.

Ik kan verantwoordelijkheid nemen voor mijn eigen gedrag.

Ik kan verschillen in normen en waarden tussen mensen herkennen.

Ik kan respectvol omgaan met de verschillen in normen en waarden tussen mensen.

Ik kan ondersteuning bieden bij het verplaatsen van minder valide mensen.

     Ik kan ondersteuning bieden aan de arm volgens de opgestelde

     criteria.

     Ik kan lopen met krukken volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan een rolstoel duwen volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan een rollator gebruiken volgens de opgestelde criteria.

Ik weet wat de gevaren zijn voor minder validen in het verkeer

Eindopdracht:

Ik kan ondersteuning bieden bij minder valide mensen. (140 min)

Eindopdracht:

Ik kan een verslag maken van een opdracht en in Talenteon zetten.

     Ik weet welke schoonmaakmiddelen er zijn.

     Ik weet welke schoonmaakmaterialen er zijn.

     Ik kan professioneel stofzuigen volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan professioneel stofwissen volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan professioneel vlakmoppen volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan professioneel ramen zemen volgens de opgestelde criteria.

     Ik kan een schoonmaakplan maken.

Ik kan huishoudtextiel wassen en verzorgen.

     Ik kan de was doen volgens de opgestelde criteria. (herhaling)

     Ik kan de was drogen volgens de opgestelde criteria. (herhaling)

     Ik kan de was vouwen volgens de opgestelde criteria. (herhaling)

     Ik kan linnengoed strijken volgens de opgestelde criteria. (herhaling)

     Ik kan kleding strijken volgens de opgestelde criteria. (herhaling)

Ik kan ondersteunen bij het kiezen van aanpassingen en hulpmiddelen in en rondom het gebouw die toegankelijkheid en veiligheid bevorderen.

Eindopdracht:

Ik kan een schoonmaakplan maken en ramen zemen. (140 min)

Eindopdracht:

Ik kan een verslag maken van een opdracht en in Talenteon zetten.

Stofwissen

Soorten vuil

Verschillende soorten vuil vereisen verschillende schoonmaakmiddelen en -technieken

• Droog vuil: zand, hondenharen. (Vegen, stofzuigen, stofwissen, afstoffen.)
  
• Aangekleefd vuil: modder, limonade, koffievlekken. (Emmer heet water met schoonmaakmiddel, boenen, schrobben en dweilen.)
  
• Onzichtbaar vuil: bacteriën en schimmels in het toilet, douche en keuken. (Met schoonmaakmiddel desinfecteren.)
  

Praktijkopdracht stofwissen

Je hebt de volgende materialen nodig:

• stofwisframe
• stofwisdoek
• stoffer en blik
• werkdoek
  

Schoonmaakplan

• Planning; Als je een goed plan maakt ga je vanzelf efficiënt werken.

Wanneer je bij een cliënt gaat schoonmaken, bespreek dan met de cliënt de volgorde en wensen.

Schoonmaakplan; 

• Wat je moet schoonmaken?
• Wanneer je moet schoonmaken?
• Hoe je moet schoonmaken?
• Wie er moet schoonmaken?

Aan de slag

• Kijk de filmpjes voor de praktijkopdrachten

• Oefen samen met een klasgenoot

• Laat het beoordelen door de juf

De docent zet de leerlingen aan de slag met actieve verwerking van de lesstof. De docent zorgt voor afwisseling in de oefentypes. Leerlingen leren op deze manier verschillende leerstrategieën te gebruiken. De opdrachten en/of werkvormen sluiten aan bij de vooropgestelde leerdoelen. Wanneer leerlingen (online) opdrachten krijgen is het belangrijk dat ze goed begrijpen wat ze moeten doen, hoe ze hulp van de docent kunnen krijgen en feedback kunnen krijgen over hoe ze iets kunnen verbeteren. Daarnaast geeft de docent verlengde instructie aan de leerlingen die het leerdoel nog niet behaald hebben. Verder biedt de docent verrijking en verdieping aan de leerling die dat nodig hebben. Zo kan er gedurende de les gedifferentieerd worden.

Aan de slag!

Groep 1 Stofzuigen : Mustafa, Atanas, Andrew

Groep 2 Stofwissen: Ege, Diana, Savko, Bayram

Groep 3 Vlakmoppen:  Daniel, Kaniwar, Hristina

Groep 4 Ramen zemen: Bartu, Inas, Rusi

Groep 5 boekje:  Mohamed, Ahmed Elfinaz, Kiril

Vandaag heb ik geleerd:

Wat vond je van de afgelopen les?

😒🙁😐🙂😃

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?

010