znm - bnm - ww

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Wat ga je leren?

We oefenen de woordsoorten:

- zelfstandig naamwoord

- bijvoeglijk naamwoord

- werkwoord

Lesdoel: 

Je leert de woordsoorten te benoemen in een zin.

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk 

naamwoord

Werkwoorden

Welke woordsoort is "school" in deze zin?
De jongen fietst naar school.

1. zelfstandig naamwoord
2. lidwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

Welke woordsoort is "grote" in deze zin?
De grote ballon vliegt door de lucht.

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

Welke woordsoort is "het" in deze zin?

Het kindje is heel moe.

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. lidwoord

Welke woordsoort is "glimt" in deze zin?
De rode auto glimt zo mooi.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. lidwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Wat is het hulpwerkwoord?
De jongen is vroeg naar school gekomen.

1. gekomen
2. vroeg
3. jongen
4. is

Wat is in deze zin het hulpwerkwoord?
Wij hebben gisteren boerenkool gegeten.

Wat is in deze zin het voltooid deelwoord?
Heeft iemand onze hond gezien?

1. Heeft
2. hond
3. gezien
4. iemand

Wat is in deze zin het voltooid deelwoord?
Zij heeft een lekker kopje thee gezet.

Wat heb JIJ geleerd deze les?

Weet je nog wat het lesdoel was?
Is dat gelukt?