Week 36

Welcome
Everyone!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome
Everyone!

Slide 1 - Tekstslide

Today's goal
I am prepared for the tes

Slide 2 - Tekstslide

What are we going to do today?
  • Onderdeel 1: aanwijzende voornaamwoorden
  • Onderdeel 2: question tags
  • Onderdeel 3: Present Simple
  • Zelfstandig leren

Slide 3 - Tekstslide

What do this, that, these and those mean in Dutch?

Slide 4 - Open vraag

Onderdeel 1: aanwijzende voornaamwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden
Dichtbij
Verder weg
Enkelvoud
This
That
Meervoud
These
Those

Slide 7 - Tekstslide

Kies de juiste demonstrative pronoun:

I like ... jumper over here.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

Look at ... shoes over there!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste demonstrative pronoun:

Where did you buy ... skirt you're wearing?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Onderdeel 2: question tags

Slide 12 - Tekstslide

QUESTION TAGS

Slide 13 - Tekstslide

Question Tags
  1. Je herhaalt de eerste 2 woorden van de zin in omgekeerde volgorde
He isn't very clever, is he ?
Tom isn't very clever, is he ?
Tom and Jane aren't very clever, are they ?

Slide 14 - Tekstslide

         +  wordt -    /   - wordt  +

Slide 15 - Tekstslide

You are happy to see me, ....
timer
0:30
A
are you
B
aren't you
C
is you
D
isn't you

Slide 16 - Quizvraag

Onderdeel 3: Present Simple

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe maak je een bevestigende zin (+) 
de Present Simple?
I drink
You drink
He drinks
She drinks
It drinks
We drink
They drink
You drink
SHIT-regel!
Bij he/she/it schrijf je een s achter het werkwoord 
Regel: Schrijf het hele werkwoord op.

Slide 19 - Tekstslide

The woman ... (to speak) angrily.
A
speak
B
speaks

Slide 20 - Quizvraag

The woman ... (to speak) angrily.
A
speak
B
speaks
C
have spoken
D
has spoken

Slide 21 - Quizvraag

Regel vragen stellen
               DO /DOES     +  ONDERWERP   + hele WW +  rest van de zin
                 Do                   I                      hear           noises?
                            Do                  you                 want           some cake?
                              Do                 they                  listen             to  music?

Slide 22 - Tekstslide

De SHIT regel - "DOES"
Does +   onderwerp     + werkwoord (ZONDER "S") - voor SHIT regel (he, she, it)
   Does          he                     go (GOES)                    to school every day?

X

Slide 23 - Tekstslide

Examples
She listens to music in the evening. 
Does she listen (NOT LISTENS) to music in the evening?
We run in the park every Saturday.
Do we run in the park every Saturday?
X

Slide 24 - Tekstslide

Regel  ontkenningen
I, you, we, they - je gebruikt do + not= don't
SHIT regel (she, he, it) - je gebruikt does + not = doesn't

Slide 25 - Tekstslide

Djevy ...(not - to work ) hard

Slide 26 - Open vraag

... (Mr Schins - eat) a lot of french fries?

Slide 27 - Open vraag

Zelfstandig werken
Maak: Unit 3 Paragraaf 6 Opdracht 1 t/m 3



Klaar? --> Leren voor proefwerk op 28 Juni

Slide 28 - Tekstslide