H 2 unité Bezittelijk vnw - l'adjectif possessif

H2A
Ian
Nienke
Kyra
Mogently
Aiden
Nikki
Ramon
Dylano
Sequoyah
Sofie
Quincy
Maud
Nikolai
Quinn
Max
Delisha
Lyris
Noah
Monique
Jasmine
Yenthe
Jasmijn
Cebrian
Shelden
Youp
Docent
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

H2A
Ian
Nienke
Kyra
Mogently
Aiden
Nikki
Ramon
Dylano
Sequoyah
Sofie
Quincy
Maud
Nikolai
Quinn
Max
Delisha
Lyris
Noah
Monique
Jasmine
Yenthe
Jasmijn
Cebrian
Shelden
Youp
Docent

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

 L'adjectif possessif
Herhaling van het bezittelijk voornaamwoord §8
(Unité 2 - Grammaire II)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Focusleren
             Apprendre 5 blz 76



timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

 Vormen bezittelijk vnw in het Frans 






H
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 
De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.  
Bv: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)
       Laura is mijn zus - Laura est ma soeur (v.ev)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorden naar het midden
une piscine
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les livres 
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 12 - Sleepvraag

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
un frère
sa
son
ses
votre
vos

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(jouw) amie
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 15 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(mijn) amies
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 16 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(zijn) valise
A
son
B
sa
C
ses

Slide 17 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(haar) petit frère
A
son
B
sa
C
ses

Slide 18 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(haar) bottes
A
son
B
sa
C
ses

Slide 19 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(jouw) parents
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 20 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(mijn) blouson
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 21 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) parents

Slide 22 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) père

Slide 23 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord:
... devoirs (hun)

Slide 24 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) soeurs

Slide 25 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord:
... cousine (mijn)

Slide 26 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn/haar) amie
timer
0:30

Slide 27 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord:
... frère (haar)

Slide 28 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord dat in deze zin past. Let op de vorm van het bezittelijk voornaamwoord.

(hun)… amis

Slide 29 - Open vraag

Au travail!
  • Bestudeer Apprendre 5
  • Maak opdracht 16A t/m 16E uit Unité 2 - 2.5 Grammaire II online.
  • Klaar 

Slide 30 - Tekstslide

la fin

Slide 31 - Tekstslide