5.2 Hoe bestuurden de Atheners hun polis?

Referentiekader : in welke tijd situeren we deze les :
Hoe bestuurden de Atheners hun polis?
A
prehistorie
B
oude nabije oosten
C
klassieke oudheid
D
middeleeuwen
1 / 26
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Referentiekader : in welke tijd situeren we deze les :
Hoe bestuurden de Atheners hun polis?
A
prehistorie
B
oude nabije oosten
C
klassieke oudheid
D
middeleeuwen

Slide 1 - Quizvraag

Referentiekader : in welke ruimte situeren we deze les?
A
Griekse Schiereiland
B
Eilanden in de Egeïsche Zee
C
Ionië of Klein-Azië
D
Romeinse Rijk

Slide 2 - Quizvraag

Referentiekader : welk domein past bij deze les?
A
politiek territoriaal
B
politiek bestuurlijk
C
economisch
D
sociaal

Slide 3 - Quizvraag

Kijk goed naar deze afbeelding.  Wat is de taak van het parlement?

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de taak van het parlement?
A
Ministers kiezen
B
Wetten maken
C
Wetten uitvoeren
D
Recht spreken

Slide 5 - Quizvraag

Wie zorgt er in België voor dat wetten uitgevoerd worden?
A
de koning
B
de regering
C
de eerste minister
D
het parlement

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Ondertussen in het Oude Griekenland...

Slide 8 - Tekstslide

Wat hebben de Griekse en Belgische koningen met elkaar gemeen?
A
erfelijk
B
alle macht

Slide 9 - Quizvraag

Hoe verschillen de Griekse en Belgische koningen van elkaar?
A
erfelijk
B
alle macht

Slide 10 - Quizvraag

WB. p. 72
Vul je werkboek aan.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welke bestuursvorm staat er in je
boek na de monarchie
op de tijdlijn?
timer
0:30

Slide 13 - Open vraag

Bij een aristocratie is een kleine groep aan de macht. De elite. Op basis waarvan zijn zij aan de macht?
A
Ze hebben veel geld.
B
Ze hebben veel grond.
C
Ze zijn erg slim.
D
Ze zijn heel sterk.

Slide 14 - Quizvraag

WB. p. 72
Vul je werkboek aan.

Slide 15 - Tekstslide

Deze bestuursvorm (aristocratie) is...
A
eerlijk
B
oneerlijk

Slide 16 - Quizvraag

Welke economische activiteit wordt steeds belangrijker na de Griekse migraties?
A
handel
B
landbouw

Slide 17 - Quizvraag

Veel handelaars in Athene (vaak migranten) worden meer en meer ontevreden. Waarom?
A
Ze zijn rijk en hebben politieke rechten.
B
Ze zijn rijk, maar hebben geen politieke rechten.
C
Ze zijn arm en hebben politieke rechten.
D
Ze zijn arm, maar hebben geen politieke rechten.

Slide 18 - Quizvraag

       Solon doet hier iets aan!
Tot grote vrede van wie tot nu toe niet mocht deelnemen aan de politiek, voert de Atheense bestuurder Solon enkele vernieuwingen door. Hij schaft onder andere de schuldslavernij af. Daarnaast worden de Atheense burgers ingedeeld volgens hun bezit in vier klassen met verschillende rechten. Zo kan het gewone volk deelnemen aan de Volksvergadering en krijgen ze toegang tot een rechtbank.

Slide 19 - Tekstslide

Na deze vernieuwingen wordt Athene bestuurd op basis van ...
A
grondbezit
B
afstamming
C
rijkdom

Slide 20 - Quizvraag

Het gewone volk kreeg ook meer macht. Welke functie kregen ze NIET?
A
afschaffing schuldslavernij
B
wetten maken
C
volksrechtbank
D
volksvergadering

Slide 21 - Quizvraag

timer
1:00
Wie mocht niet deelnemen aan het bestuur?

Slide 22 - Woordweb

Wat was het schervengericht in het oude Athene?
A
een stemming in de volksvergadering waardoor men een man kon verbannen
B
een ander woord voor een indirecte democratie
C
een alleenheerser die met geweld de macht had gegrepen
D
geen van bovenstaande antwoorden is goed

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

WB. p. 73
Vul je werkboek aan.

Slide 25 - Tekstslide

Wie mochten er meebeslissen in de Atheense democratie?
A
Vrouwen
B
Vreemdelingen
C
Slaven
D
Mannen met burgerrecht

Slide 26 - Quizvraag