§4 bn les 2

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* oefeningen §4 bijvoeglijk naamwoord


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* bijvoeglijke naamwoorden herkennen.

timer
10:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* oefeningen §4 bijvoeglijk naamwoord


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* bijvoeglijke naamwoorden herkennen.

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
Probeer de volgende vragen zo snel mogelijk te beantwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.
Welk woord is een zelfstandig naamwoord?

1. mooi
2. interessant
3. gedurende
4. feest

Slide 3 - Tekstslide

Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. bijwoord

Slide 4 - Tekstslide

Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.
Welke woordsoort ontbreekt in de zin: 
Het ____ meisje kan erg goed zingen.

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Tekstslide

Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.
Welke woordsoort ontbreekt in de zin:
Janneke heeft een mooie ____ aan.

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken
We kijken de opdrachten van de vorige les na.
grammatica §4 opdracht 1 t/m 3

Ben je klaar? Maak dan opdracht 7 van deze paragraaf.
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
Je gaat een kort tekstje schrijven voor een griezelwebsite.

Stappen:
1. Woordspin met 8 zn maken
2. Bij elk zn schrijf je een bn 
3. Maak van je zn met bn een doorlopende tekst in kladversie
4. Controleer je eigen tekst, schrijf dan de definitieve versie (onderstreep/markeer de bn en zn)
5. Lever je tekst in
6. Jouw tekst wordt door een willekeurige klasgenoot gelezen en van feedback voorzien. 

Klaar? 
Keuze: maken opdr. 4 §4 in je boek of de lesopdracht die vooraan ligt. 
timer
15:00
Vragen? Eerst zachtjes vragen aan je buurvrouw of -man, daarna aan mij.

Slide 8 - Tekstslide

Feedback
Je kijkt de tekst van je klasgenoot na en geeft feedback op de volgende punten:

  • Er zijn minimaal 8 bn en zn en deze zijn onderstreept.
  • Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
  • Andere leestekens zijn ook goed gebruikt.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf op
Ik kan bijvoeglijk naamwoorden herkennen en benoemen.
  
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

Slide 10 - Tekstslide

Hoe vind je dat je gewerkt hebt?
Teken een emoji op een blad.

Slide 11 - Tekstslide