In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen?
Presentatie?
Paragraaf 8.2 bespreken
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Gaat het in dit fragment over positietoewijzing of positieverwerving?
Gaat het in dit fragment over positietoewijzing of positieverwerving?
A
Positieverwerving
B
Positietoewijzing
C
Geen van beide
Slide 3 - Quizvraag
Het antwoord is positietoewijzing, omdat het advies van Yunuscan te maken heeft met zijn taalvaardigheid. Deze is niet genoeg voor havo, omdat hij een basistaalvaardigheid heeft gemist in zijn opvoeding. Het gaat daarbij niet om zijn eigen bijdrage, maar om iets waar hij zelf niets aan heeft kunnen doen: de plek waar zijn wieg staat is van invloed geweest op de manier van (talige) socialisatie.
Zwakkere posities op de arbeidsmarkt
Positietoewijzing
Subjectieve arbeidsmarktkansen: wanneer mensen hun kansen op de arbeidsmarkt zelf negatief inschatten en daardoor minder hard naar een baan zoeken.
Sommige mensen hebben een zwakkere positie op de arbeidsmarkt. Dit kan komen door:
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Kapitaal en positieverwerving
Kapitaal kan een middel zijn om een betere maatschappelijke positie te verwerven.
Er zijn 3 soorten kapitaal:
1. Economisch: bezit of inkomen
2. Sociaal: connecties, netwerken, mate van respect.
3. Cultureel: culturele competenties zoals kennis, houdingen, opvattingen en smaak die kenmerkend zijn voor hoge posities.
Deze aflevering laat zien hoe economisch kapitaal van invloed is op de kansen die je in de samenleving krijgt. De hele aflevering is relevant (ook voor paragraaf 2 en 3), maar mocht daar geen tijd voor zijn, zou het fragment van 0:00-5:32 ook voldoende zijn.
Om welk soort kapitaal gaat het in dit fragment?
Om welk soort kapitaal gaat het in dit fragment?
A
Sociaal kapitaal
B
Cultureel kapitaal
C
Economisch kapitaal
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Omgevingsfactoren
1. Europeanisering en globalisering
2. Informatisering en digitalisering
3. Veranderende man-vrouw veranderingen
4. Stijging van het opleidingsniveau
5. Ontwikkeling van de postindustriële samenleving
Een aantal veranderingen zijn van toepassing op de sociale (on)gelijkheid:
Slide 8 - Tekstslide
Benadruk dat sommige groepen profiteren van deze ontwikkelingen en anderen er juist nadeel van ondervinden, bijvoorbeeld in het geval van een vrouwenquotum.
Macht en verandering
Een ongelijke verdeling van macht kan een oorzaak zijn voor het voortbestaan van ongelijkheid.
Het verkrijgen van macht is de sleutel tot het verminderen van sociale ongelijkheid.