meteoriet

vrijdag 
1. afmaken diskboekje
2.leestekst meteoriet
3.vragen maken
4.kahoot nieuwsbegrip
5.lesson up uitleg
6. verhaal afmaken/voorlezen
disk oefenen uitspraak /verstaan nazeggen


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

vrijdag 
1. afmaken diskboekje
2.leestekst meteoriet
3.vragen maken
4.kahoot nieuwsbegrip
5.lesson up uitleg
6. verhaal afmaken/voorlezen
disk oefenen uitspraak /verstaan nazeggen


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Antwoorden:
1.onderzoekers van Naturalis
2. Het museum gaat de meteoriet tentoonstellen. 
3.1 keer in de 3 à 4 jaar
4.dit is de zesde keer
 5.4 en een half miljard jaar oud 
6. De meteoriet vloog met een snelheid van 10 kilometer per seconde

Slide 3 - Tekstslide

Verband signaalwoorden
tegenstelling              maar, toch, echter
oorzaak of reden omdat, daardoor, want, daarom, doordat, immers
opsomming en, of, ook, ten eerste…, ten tweede…, daarna, verder, bovendien, daarnaast, zowel… als…
Voorbeeld 1: De vuurbol was door meerdere mensen in Nederland gezien. De bewoners hadden echter niets gemerkt.  


Slide 4 - Tekstslide

Het verband is hier een tegenstelling. Men denkt meerdere mensen hebben iets gezien, maar de bewoners hebben niets gemerkt. Hier is een verschil, een tegenstelling tussen wat meerdere mensen hebben gemerkt en wat de bewoners hebben gemerkt

Voorbeeld 2: De bewoners hadden niets gemerkt want ze waren niet thuis.

Slide 5 - Tekstslide

In deze zin wordt een oorzaak of reden gegeven. Je ziet dat aan het signaalwoord ‘want’. De bewoners hadden niets gemerkt van het inslaan van de meteoriet. De reden is dat ze niet thuis waren.  

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld 3: Twee experts van Naturalis, Marco Langbroek en Leo Kriegsman, onderzochten de steen.

Slide 7 - Tekstslide

Het verband is hier een opsomming. Er worden twee experts van Naturalis opgesomd: Marco Langbroek en Leo Kriegsman. Dat zie je aan het signaalwoord ‘en’.

Slide 8 - Tekstslide

meteoriet

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

tientallen
bijzonder

Slide 14 - Tekstslide

de eigenaar
terecht komen

Slide 15 - Tekstslide

inslaan
 doorboren

Slide 16 - Tekstslide

de vondst
waargenomen
waarnemen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

zelden = bijna niet
verbrijzelen

Slide 19 - Tekstslide

wat is waargenomen?
A
iets zien
B
iets niet zien
C
iets doen
D
iets niet doen

Slide 20 - Quizvraag

wat is zelden?
A
bijna
B
bijna niet
C
niet
D
soms

Slide 21 - Quizvraag

wat is verbrijzelen?
A
in twee stukken breken
B
in veel stukken breken
C
rijzen
D
ijzelen

Slide 22 - Quizvraag

Het vliegtuig is in het gras...
A
terecht
B
gekomen
C
recht gekomen
D
terecht gekomen

Slide 23 - Quizvraag

van wie is dit?
wie is de ....................?
A
ijgenaar
B
eigenaar
C
eigennaar
D
eiggenaar

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video