4.4 Nederland bezet

4.4 Nederland bezet
De tijd van wereldoorlog
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

4.4 Nederland bezet
De tijd van wereldoorlog

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Herhaling 4.3
Uitleg 4.4
Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3
  • Je kunt uitleggen wat antisemitisme is en wat de rassenleer inhield.
  • Je kunt beschrijven hoe de vervolging van Joden door de nazi’s verliep.
  • Je kunt beschrijven hoe de vervolging van Joden in Nederland verliep.

Slide 3 - Tekstslide

WAAR of NIET WAAR?
Het systematisch uitroeien van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog noem je de Holocaust. 

Slide 4 - Sleepvraag

Kenmerk van de NSDAP was antisemitisme. Wat is antisemitisme?
A
Haat tegen de Joden
B
Haat tegen de communisten
C
Tegen een democratie
D
Tegen de Fransen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een getto?
A
Een soort Joods brood
B
Een afgesloten wijk
C
Jodenvervolging
D
Verspreiding van de Joden over de wereld

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen 4.4
  • Je kunt beschrijven hoe Nederland bezet werd en na vijf jaar bevrijd werd.
  • Je kunt een gevolg van de Duitse bezetting noemen op het gebied van politiek, economie en cultuur.
  • Je kunt uitleggen of iets een voorbeeld is van aanpassing, van verzet of van collaboratie.

Slide 7 - Tekstslide

§4.1 Hitler aan de macht
§4.2 De wereld in oorlog
§4.3 Massamoord
Toetsweek 2
§4.4 Nederland bezet
Herhaling en verdieping

Slide 8 - Tekstslide

  • Nederland was neutraal
  • Mei 1940 aangevallen door DU
  • Waarom: Arisch ras, havens en strategie
Aantekening

Slide 9 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
10 mei 1940: Duitsland valt NL binnen.
  • NL was slecht voorbereid, maar kon wel de Duitsers vertragen
  • 14 mei 1940 Rotterdam wordt gebombardeerd om NL tot overgave te dwingen
  • 15 mei 1940: Capitulatie van NL. Nederland geeft zich over en de bezetting begint
  • Koningin Wilhelmina en de regering zaten toen al veilig in Londen

Slide 10 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
5 September 1944: Dolle Dinsdag

Eind september 1944: Zuid-Nederland bevrijd

Winter 1944-1945: Hongerwinter


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

§4.4
Nederland bezet
Politiek: 

  • Democratie werd afgeschaft
  • Alle politieke partijen werden verboden
  • Alleen de NSB mocht blijven bestaan: Nationaal Socialistische Beweging van Anton Mussert. 
  • Nederlandse ambtenaren bleven onder Duitse leiding gewoon aan het werk. 

Slide 13 - Tekstslide

Bezetting NL
  • Politieke partijen verboden
  • Behalve NSB - Anton Mussert
  • Collaboreren - meewerken met DU bezetter
  • Verzetten - niet meewerken of actief weerstand aan DU bezetter
Aantekening

Slide 14 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
Economie:

  • Nederlandse boeren en fabrieken moesten producten leveren aan de Duitsers
  • Producten gingen in Nederland op de bon
  • Nederlandse mannen moesten in Duitse fabrieken gaan werken
  • Veel spoor, fabrieken, bruggen en wegen werden in het laatste oorlogsjaar vernield. Dit leverde veel economische schade op. 

Slide 15 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
Cultuur:

  • Vrijheid van meningsuiting werd afgeschaft
  • Kranten en tijdschriften mochten alleen schrijven wat de Duitsers goed vonden (censuur)
  • Radio moest ingeleverd worden

Slide 16 - Tekstslide

§4.4
Nederland bezet
Er waren drie manieren om te reageren op de bezetting:
  • aanpassing
  • De meeste Nederlanders pasten zich aan.
  • Zij gingen leven volgens de nieuwe regels die er waren.
  • verzet
  • De bezetter tegenwerken.
  • Bijvoorbeeld:                                                           Aanslagen of overvallen te plegen                     Onderduikers helpen                                               Verzetskranten uitbrengen (om de censuur te verbreken)   Te staken                                                                     Sabotage plegen (dingen expres kapot maken)             Radio Oranje luisteren                                                     Spotprentjes uitbrengen
  • collaboratie
  • Samenwerken met de Duitsers

Slide 17 - Tekstslide

Collaboratie en verzet
  • De NSB werkte samen met de NSDAP 
  • Samenwerken met de Duitsers heet collaboratie
  • Andere Nederlanders zaten in het verzet

Slide 18 - Tekstslide

Vormen van verzet en collaboratie
Verzet
Collaboratie
Radio Oranje luisteren
Dienst in Duitse leger
Staken
Tekenen van loyaliteitsverklaring
Onderduikers helpen
Vrijwillige diensten voor Duitsers
Verzetskranten maken of verspreiden
Verklikken van onderduikers of verzetslieden
Weigeren voor de Duitsers te werken
Meewerken aan Duitse berichtgeving (krant en radio)
Teksten op straten en muren schilderen
Meewerken in invloedrijke beroepen (bijv. burgemeester)

Slide 19 - Tekstslide

Accommodatie (aanpassing)

De meeste Nederlanders probeerden zich zo goed mogelijk aan te passen aan de nieuwe situatie:
  • Gewoon je werk doen, luisteren naar de bezetter om zo de bezetting door te komen...
  • VB: Ambtenaren, leraren en politieagenten wilden hun baan niet   verliezen, dus accommodeerde ze zich aan de Duitse bezetting.

Slide 20 - Tekstslide

hoe word Nederland bezet?
A
Nederland geeft zich over omdat Duitser Rotterdam hadden gebombardeerd en om nog meer schade te verkomen gaven ze zich over
B
Duitsland is veel sterker dan de Nederlanders
C
Nederland stopte met vechten
D
Nederland was bezig met andere dingen en had niet door dat de Duitsers binnen kwamen

Slide 21 - Quizvraag


Op welke datum werd Nederland bezet door Duitsland
A
10 mei 1940
B
13 mei 1940
C
15 mei 1940
D
17 mei 1940

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de NSB?
A
De Nederlandse verzetsorganisatie
B
Het bonnensysteem tijdens de Hongerwinter
C
Een organisatie die het eens was met de nazi's
D
Een organisatie die het eens was met communisten

Slide 23 - Quizvraag

Wat betekent collaboratie?
A
Dat je samenwerkt met de vijand
B
Dat je je verzet tegen de vijand
C
Dat je je aanpast aan de regels van de vijand
D
Dat je onderduikt

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van collaboratie?
A
In Duitse krijgsdienst gaan als vrijwilliger.
B
Als bedrijf producten maken voor de Duitse bezetter.
C
Als ondernemer producten leveren aan de Duitse bezetter.
D
Als (Nederlandse) politieagent meehelpen om Nederlandse Joden en verzetsstrijders op te sporen.

Slide 25 - Quizvraag

Aan de slag
Wat? maken 4.4 opdracht 1 t/m 6
Hoe?  Individueel
Hulp? Kom je er niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd?  20 minuten. 
Klaar? Iets voor een ander vak
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide