Havo 3 les 15 periode 2 voorbereiden artiest/beroemdheid

La langue française
Ce cours:
- Voorbereiden op interview
- Herhaling bijvoeglijk naamwoord
- Planning toetsen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

La langue française
Ce cours:
- Voorbereiden op interview
- Herhaling bijvoeglijk naamwoord
- Planning toetsen

Slide 1 - Tekstslide

Voorbereiden interview
Wat in het interview moet komen:
-De vakken die je op dit moment hebt, waar je goed en minder goed/slecht in bent. 
- Wat je later wilt worden en waarom. (minimaal 3 argumenten)
 Maak gebruik van de futur simple.

- Welke interesses en hobby’s je hebt.
- Wat je in een weekend hebt gedaan. (minimaal 3 activiteiten)
 Maak gebruik van de passé composé en de imparfait.

- Wie jouw lievelings-/favoriete artiest is en waarom. (minimaal 2 argumenten)
 Maak gebruik van bijv. nmw.

Slide 2 - Tekstslide

Artiste/célébrité

Slide 3 - Woordweb

Poser des questions
- Qui est ton artiste/célébrité préféré(e)?
(wie is jou favoriete artiest/beroemdheid?)
- C'est qui?
(Wie is dat?)
- Il/Elle fait quoi comme métier?
(wat doet hij/zij voor beroep?)
- Quel est son métier?
(Wat is zijn beroep)

Slide 4 - Tekstslide

De zanger
De zangeres
De schilder
de voetballer
de acteur / actrice
De vlogger
het model
De presentator
De ontwerper
De realityster
La modèle
l'acteur/ l'actrice
le star de la réalité
le footballeur
Le chanteur
Le peintre / la peintresse
Le  présentateur / la présentatrice
Le designer
La chanteuse
Le vlogueur

Slide 5 - Sleepvraag

Poser des questions
- Il fait quel sport? / Quel sport fait-il?
(Welke sport doet hij?)
- Est-ce qu'elle chante bien?
(zingt ze goed?)
- Quel genre de chansons chante-t-il?
(Welk genre liedjes zingt hij?)
- Quelle émission présente-t-elle?
(Welk programma presenteert zij?)
- Il est dans quels films?
(In welke films is hij?)

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld:
-C'est qui / Wie is dat?
C'est un footballeur, C'est une actrice, C'est un chanteur, C'est un rappeur, C'est une star de la réalité
- Quel genre de chansons chante-t-elle?
Elle chante des chansons de pop.
- Il fait quel métier?
Il est un designer.

Slide 7 - Tekstslide

Geef nu zelf, in een hele zin, antwoord op de volgende vraag: ''Quel est ton artiste préféré(e)

Slide 8 - Open vraag

Geef nu antwoord op de volgende vraag: C'est qui?

Slide 9 - Open vraag

Doorvragen
- Pourquoi tu aimes cet/cette artiste?
(waarom vind je deze artiest leuk?)

- Tu connais cet/cette artiste depuis quand?
(Sinds wanneer ken je deze artiest?)
Je le connais depuis quatre ans.

Slide 10 - Tekstslide

''Omdat'' in het Frans:
____ j'aime ses chansons.
A
Quand
B
Quel
C
Parce que
D
il y a

Slide 11 - Quizvraag

''Want'' in het Frans:
____ Je pense qu'il est beau
A
Mais
B
Car
C
Ceci
D
Celui

Slide 12 - Quizvraag

Het bijvoeglijk naamwoord
2 argumenten + bijvoeglijk naamwoord
Voorbeelden: grand, petit, beau, joli, bon, jeune, intéressant, passionant
Bijvoeglijk naamwoord kan veranderen!
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
intéressant
intéressante
Meervoud
intéressants
intéressantes

Slide 13 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: uitzonderingen
Beau (mooi) = beau, belle, beaux, belles
Nouveau (nieuw) = nouveau, nouvelle, nouveaux, nouvelles
sportif (sportief) = sportif, sportive, sportifs, sportives
Bon (lekker, goed) = bon, bonne, bons, bonnes
Vieux (oud) = vieux, vieille, vieux, vieilles

Als er het bijv. naamwoord al eindigt met een ''e'' dan is het vrouwelijk enkelvoud hetzelfde! -> il est jeune, elle est jeune

Slide 14 - Tekstslide

Pourquoi tu aimes cet/cette artiste?
- Parce qu'il chante beau. (omdat hij mooi zingt)
- Car elle est jolie (want ze is knap)
- Parce qu'elle est intéressante (omdat ze interessant is)
- Car elle est une présentatrice forte 
- Parce qu'il joue bien (want hij speelt goed)
- Car ses designs sont très jolis (want zijn ontwerpen zijn erg knap)

Slide 15 - Tekstslide

Passionnant(e)
intéressant(e)
enthousiast(e)
beau / belle
joli / jolie
bien
fort
unique
goed
Goed / sterk
Spannend
knap
Interessant
Uniek
Mooi
enthousiast

Slide 16 - Sleepvraag

Hij zingt goed
A
il chante bien
B
il écoute bien

Slide 17 - Quizvraag

Elle joue bien
A
Zij acteert goed
B
Zij speelt goed

Slide 18 - Quizvraag

Geef antwoord in het Frans, met een hele zin, op de volgende vraag:
Pourquoi tu aimes cet/cette artiste?

Slide 19 - Open vraag

Volgende les:
- Lever in op Magister ELO: Werkblad favo artiest
- Leren Bron A + B H3

Slide 20 - Tekstslide