1BB - Test Chapter 4 preparation

Hello everyone!
Today:

1. Oefentoets in LessonUp
2. Leren voor woensdag

Goal: Na deze LessonUp weet je wat je van de toets kunt verwachten
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hello everyone!
Today:

1. Oefentoets in LessonUp
2. Leren voor woensdag

Goal: Na deze LessonUp weet je wat je van de toets kunt verwachten

Slide 1 - Tekstslide

Translate the words (15p)
(vertaal de woorden naar het Engels).
Gebouw

Slide 2 - Open vraag

Translate the words in bold (Vertaal de dikgedrukte woorden).

Unfortunately, there isn’t enough ice cream for all of us.

Slide 3 - Open vraag

Circle the correct word from the two options in the following sentences. (Omcirkel het woord dat goed in de zin past
(5 points)

I live in a (castle/terraced house); the row has five houses.

A
castle
B
terraced house

Slide 4 - Quizvraag

(Maak de gebiedende wijs. Maak een positieve zin bij een + en een negatieve zin bij een -)

to close – you – the door – behind (+)

Slide 5 - Open vraag

(Maak de gebiedende wijs. Maak een positieve zin bij een + en een negatieve zin bij een -)

all your – money – to spend (-)

Slide 6 - Open vraag

(Vul de goede vorm van de duurvorm in, of vul het goede lidwoord in).
I _____________________ (work) on a really big painting and it is taking up a lot of my time

Slide 7 - Open vraag

(Vul de goede vorm van de duurvorm in, of vul het goede lidwoord in).

I have to finish it in time for (2) ____________ (de) exposition

Slide 8 - Open vraag

Translate the Stones (10p) Vertaal naar het Engels

Vertel me over je kamer.


Slide 9 - Open vraag

Talk to a friend. (5p)
You are at home. Your friend is at school. He / she e-mails and wants to know what you are doing. Your friend will ask you about how you are doing and what you are going to do after school.
Tell your friend in about 50 words:
- Hoe het met je gaat en hoe je dat op school is.
- Dat je met hem/haar gaat afspreken na school bij de bioscoop.
- Hoe hij/zij bij de bioscoop komt. (eerste straat rechts, bij de rotonde rechtsaf en dan alleen maar rechtdoor. De bioscoop is tegenover de brug.)
- Vraag hoe zijn/haar dag is.


Slide 10 - Tekstslide