Oefentoets argumentatie (2)
5.
A - antwoord (
1 pnt);
6. Dit is iets waarmee de overheid iets moet doen / waarvoor de overheid een oplossing moet geven. (1 pnt);
7. ‘A - aanbeveling (1 pnt);
8. D - overtuigen, want hij stelt dat er een probleem is (mismatch op de Nederlandse arbeidsmarkt) dat de overheid moet oplossen en hij geeft meteen dé (= zijn) oplossing (1 pnt).