4.3 Hoop en wanhoop

Van Oorlog naar oorlog

4.3 Hoop en wanhoop
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Van Oorlog naar oorlog

4.3 Hoop en wanhoop

Slide 1 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog had.


Slide 3 - Tekstslide

Duitse keizer Wilhelm II vlucht uit Duitsland

Slide 4 - Tekstslide


Duitsland wordt een democratie


En krijgt de naam Republiek van Weimar.

Duitsland heeft geen keizer meer.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Van Oorlog naar oorlog

4.3 Hoop en wanhoop

Slide 9 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog had.

en wat de oorzaken en gevolgen zijn van de economische crisis.

Slide 11 - Tekstslide

Eerste 10 minuten van de les
Stil lezen: paragraaf 4.3 (vanaf p.66)

Slide 12 - Tekstslide

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog (1)
  • Eerste democratie in Duitsland: Republiek van Weimar (1919)

  • Verlies van de oorlog komt hard aan, zowel emotioneel als economisch. 

  • De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video


Crisis in de wereld 
vanaf 1929



  • Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de Amerikaanse economie in elkaar.
  • Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept... 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Lees paragraaf 4.3 in je leerboek
(blz. 66)


en

maak de opdrachten 5 t/m 12 in je werkboek (blz. 130) 


Slide 18 - Tekstslide


Vredesonderhandelingen 
in Parijs
1919


Een wapenstilstand is nog geen vrede. Hierover werd 
tussen januari en juni 1919 onderhandeld in Versailles (bij Parijs)

Slide 19 - Tekstslide

Welke landen?
  • Engeland (Lloyd George)
  • Frankrijk (Clemenceau)
  • Verenigde Staten (Wilson)
  • Italië (Orlando)

  • Duitsland mocht als verliezer niet meepraten

  • Rusland, dat zijn bondgenoten in de steek had gelaten, was ook niet uitgenodigd

Slide 20 - Tekstslide

Verdrag van Versailles (1)

  • Duitsland moet veel grondgebied afstaan (ongeveer 10%)

  • Duitsland moet kolonies afstaan

  • Duitsland mag geen leger meer hebben van groter dan 100.000 man

  • Duitsland moet herstelbetalingen doen aan vnl. Frankrijk

Slide 21 - Tekstslide

Verdrag van Versailles (2)

  • Duitsland mag geen grote oorlogsschepen meer hebben (bepaald gewicht)

  • Duitsland mag geen luchtmacht meer hebben

  • Duitsland moet Polen doorgang geven naar de Oostzee (Poolse Corridor)

  • Grens tussen Frankrijk en Duitsland wordt gedemilitariseerd (Rijnland).

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide


Vrede van Versailles
28 juni 1919





Exact 5 jaar na de aanslag op Franz-Ferdinand 
door Gavrilo Princip is de oorlog voorbij.


Slide 24 - Tekstslide

Gevolgen van de wapenstilstand en de vrede

  • Oprichting Republiek van Weimar (Eerste democratie in Duitsland)

  • Veel nieuwe staatjes in Europa (Polen, Joegoslavië).

  • Verenigde Staten trekken zich terug uit de wereldpolitiek

Slide 25 - Tekstslide

Vóór...
...na

Slide 26 - Tekstslide

Gevolgen
  • Opkomst van Hitler: hij speelt in op de Duitse onvrede over het Verdrag van Versailles

  • Uiteindelijk ook de Tweede Wereldoolog, waarbij Hitler er alles aan zou doen om de gevolgen van het Verdrag van Versailles te vernietingen...en daarin ook slaagt. 

Slide 27 - Tekstslide

Volkenbond
Een internationale organisatie die nieuwe oorlogen moet voorkomen

Slide 28 - Tekstslide

Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.

Slide 29 - Quizvraag

Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis?

A
Het Dawesplan werd stopgezet.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
De Amerikaanse president had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.

Slide 30 - Quizvraag

Een vrouw laat haar kachel branden op papiergeld. Waar en wanneer is deze foto gemaakt?

A
in de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929
B
in Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was
C
in Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
in de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht

Slide 31 - Quizvraag

Aan de slag
Lees paragraaf 4.3 in je leerboek
(blz. 66)


en

maak de opdrachten 1 tot 12 in je werkboek (blz. 130) 


Slide 32 - Tekstslide