Module 2 - les 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Module 2 - les 1

"Wie schrijft, die blijft"

Benodigdheden:

- Prentenboek om uit voor te lezen

- Prentenboeken om te bekijken

- Afbeeldingen van (bekende) prentenboeken en beschrijving van personages -> kast vakgroep Nederlands (zie opdracht 'breng het personage thuis')

Lezen

Programma

Lezen 

Terugblik periode 1.1 en planning periode 1.2

Uitleg module 2 "Wie schrijft, die blijft"

Wat is een prentenboek?

Voorlezen

Creatief schrijven

Taalverzorging

Zelfstandig werken Starttaal Online taalverzorging

Planning

Week	Week	Onderdeel	Les
47	18 - 22 november		1
48	25 - 29 november		2
49	2 - 6 december		Sintviering op stage
50	9 - 13 december		3
51	16 - 20 december		4
52 en 01	23 december - 5 januari	Kerstvakantie
02	6 - 10 januari		5
03	13 - 17 januari		6
04	20 - 24 januari	Stageweek
05	27 - 31 januari	Bijzondere lesweek	30 januari 11.59u inleveren

Terugblik periode 1.1

Planning deze periode

• Terugblik periode 1.1 
• Herkansing periode 1 :
• 
  
• Leerinhoud
• Xerte
• Vragen stellen 

Opdrachten Starttaal Online taalverzorging 

• Eind periode 3 wordt de eindtoets taalverzorging afgenomen.
• Iedere les korte uitleg en zelfstandig oefenen in Starttaal Online Taalverzorging 2F
• Ook thuis oefenen is ook raadzaam.

Prentenboek

• Wat is een prentenboek? (Denken - delen - uitwisselen)

Wat is een prentenboek?

• “Een  boek waarin tekst en illustraties elkaar aanvullen en samen een kort en bevredigend verhaal vertellen aan jonge kinderen (gemiddeld ca. 3  t/m 6 jaar) en dat wordt voorgelezen”.
• Bron: prentenboek.nl

• (Uitzondering: er zijn ook prentenboeken die speciaal gemaakt worden voor oudere kinderen of zelfs voor volwassenen.)
  

Wat is een prentenboek?

Prentenboeken bekijken

• Personages
  
• Moraal van het verhaal
  
• Afbeeldingen
  
• Sfeer van het boek
  
• ….
  

Voorlezen prentenboek

Creatief schrijven

Beschrijf een voorwerp 

1) Kies in alle rust voor jezelf één voorwerp (bijvoorbeeld een stoel, een luidspreker, een lamp, een etui).

2) Noteer 5 kenmerken van dit voorwerp. Gebruik deze kenmerken om je onderwerp te beschrijven en te presenteren. 

3) Op het teken van de docent ga je dit voorwerp presenteren en moet de ander raden om welk voorwerp het gaat. (in tweetallen).

5 kenmerken van een voorwerp: Kijk om je heen en kies een willekeurig voorwerp, bijvoorbeeld een stoel, een luidspreker, een lamp, een mobieltje, etui, etc. (of neem als docent voorwerpen mee). Noteer 5 kenmerken van dit voorwerp. Gebruik deze kenmerken om je onderwerp te beschrijven en te presenteren.

Kenmerken: kleur, materiaal, staat, grootte, vorm, etc.

Taalverzorging

Instructie 

N.B.: Docent bepaalt hier zelf waar de klas op dit moment aan toe is. De PPT geldt als een suggestie

Taalverzorging

Zelfstandig werken aan bijvoorbeeld stijlkwesties

N.B.: Docent bepaalt hier zelf waar de klas op dit moment aan toe is. De PPT geldt als een suggestie

Evaluatie & afsluiten les

Wat vond je fijn?

Wat heb je geleerd?

Benodigdheden:

- Prentenboek om uit voor te lezen

- Prentenboeken om te bekijken

- Afbeeldingen van (bekende) prentenboeken en beschrijving van personages -> kast vakgroep Nederlands (zie opdracht 'breng het personage thuis')