In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H3.1 t/m 3.3 Waarnemen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen:
- Hoe kunnen waarnemen?
- Beschrijf de fucntie van de zintuigcellen
- Hoe kunnen we zien?
- Hoe kunnen we horen?
-
Slide 2 - Tekstslide
Onderstreep op het antwoordblad alleen de prikkels in het verhaal die je kunt opvangen met zintuigen in je huid. Je bent jarig, maar tot je grote verbazing is je cadeau niet ingepakt. Je krijgt een blinddoek voor en moet raden wat je voor je hebt staan. Voorzichtig begin je te voelen en door de spanning voel je ook je hart sneller slaan. Het cadeau heeft een zachte vacht, een lekker warm lichaam en… dit kan alleen maar een puppy zijn! Je hebt je nog nooit zo fijn gevoeld door een cadeau.
Slide 3 - Open vraag
Twee katten maken een blazend en grommend geluid tegen elkaar. Eén kat gebruikt zijn scherpe klauwen om de ander een tik te geven. Met welke twee zintuigen in de huid kan een kat een tik van een andere kat waarnemen?
A
Tastzintuigen en pijnzintuigen
B
waarneemzintuigen
C
gehoorzintuigen
D
gezichtzintuigen
Slide 4 - Quizvraag
Je mobieltje maakt geluid. Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde. a De zenuwen vervoeren het bericht naar de hersenen. b Het bericht komt aan in de hersenen. c Het gehoorzintuig vangt een prikkel op. d Het gehoorzintuig zet een prikkel om in een bericht voor de hersenen. e Hier ontstaat bewustwording van het geluid. Je hoort nu je mobieltje.
Slide 5 - Open vraag
Vul de ontbrekende woorden in. a ______ zetten prikkels om in berichten. b Berichten gaan via zenuwen naar je ______. Daar word je je bewust van je waarnemingen. c Via ______ sturen je hersenen berichten naar je lichaam. d Je zenuwen, ______ en hersenen vormen je zenuwstelsel.
Slide 6 - Open vraag
Hoe veranderen de pupillen bij fel licht?
A
De pupillen worden groter
B
De pupillen blijven evengroot
C
De pupillen worden kleiner
D
De pupillen blijven even klein
Slide 7 - Quizvraag
Door je ooglens boller of platter te maken kun je scherp zien. Wat zie je met een bolle lens?
A
Met een bolle lens zie je van ver scherp.
B
Met een bolle lens zie je even ver
C
Met een bolle lens zie je even dichtbij
D
Met een bolle lens zie je van dichtbij scherp.
Slide 8 - Quizvraag
Muizen hebben snorharen. Zij gebruiken deze bijvoorbeeld om te voelen of een smalle ruimte groot genoeg is om doorheen te kruipen. Ook paarden hebben snorharen. Zij gebruiken snorharen om te voelen waar hun eten is.
Op welk zintuig in de huid van de mens lijken snorharen het meest? Leg je antwoord uit.
Slide 9 - Open vraag
Geluid dat door de oorschelp is opgevangen komt terecht in de gehoorgang. [1p]
A
goed
B
fout
Slide 10 - Quizvraag
Oorsmeer houdt het trommelvlies soepel.
A
goed
B
fout
Slide 11 - Quizvraag
Het trommelvlies geeft trillingen door aan het slakkenhuis.
A
goed
B
fout
Slide 12 - Quizvraag
De gehoorbeentjes geven berichten via de gehoorzenuw door aan de hersenen.