Bezittelijke voornaamwoorden: My/Mine/Of Mine

Possessive Pronouns
My / Mine / Of Mine
Mijn / die van mij / van mij
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Possessive Pronouns
My / Mine / Of Mine
Mijn / die van mij / van mij

Slide 1 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
 possessive pronouns (Bezittelijke voornaamwoorden)
question: (whose, this belongs to whom)

She is my best friend = Ze is mijn beste vriendin
That bike is mine = Die fiets is van mij
She is a friend of mine = Ze is een vriendin van mij

Slide 2 - Tekstslide

Grammar: my, mine, of mine
Te1,4xt
1.4

Slide 3 - Tekstslide

My / mine / of mine
My --> noun after                                                                        My car

Mine --> noun far away                                          That car was mine            
Of mine --> noun before                                                The car of mine

Slide 4 - Tekstslide

Bezittelijke voornaamwoorden
Staat er: a, this, that, these, those voor het zelfst. naamwoord
dan gebruik je of mine, of yours, of his, of hers, of ours, of theirs
Voorbeeld:
An uncle of mine had an accident last week.
That friend of yours passed her exam this year.  
Those children of theirs are very annoying. 
This dog of his bit a young child at the playground. 

Slide 5 - Tekstslide

Let's practise!
Choose the right answer

Slide 6 - Tekstslide

This is Chris.
He is a nephew ..... (van ons)
A
of ours
B
of yours
C
of mine
D
of theirs

Slide 7 - Quizvraag

Sheila loves to stay over at ........ (mijn) place
A
of my
B
mine
C
my
D
of mine

Slide 8 - Quizvraag

..... (Haar) brother passed his driver's exam yesterday.
A
his
B
her
C
of her
D
of his

Slide 9 - Quizvraag

These kids .......(van hun) make too much noise.
A
their
B
theirs
C
of yours
D
of theirs

Slide 10 - Quizvraag

Gretha, is this ........ (jouw) book?
A
your
B
yours
C
of yours
D
our

Slide 11 - Quizvraag

I found it on ........ (onze) couch.
A
her
B
his
C
our
D
your

Slide 12 - Quizvraag

It is not ...... (mijn) book.
A
mine
B
my
C
your
D
of mine

Slide 13 - Quizvraag

Open questions

Slide 14 - Tekstslide

A colleague ...... (van haar) just gave birth to her first child.

Slide 15 - Open vraag

She is very happy with ........ (haar) new born child.

Slide 16 - Open vraag

The father is also very happy with ....... (zijn) first child.

Slide 17 - Open vraag

This baby ...... (van hun) is very cute.

Slide 18 - Open vraag

Frederic, is that boy over there family ..... (van jou)?

Slide 19 - Open vraag

Yes, that is a cousin .... (van mij).

Slide 20 - Open vraag

Whose bike is this?
It is ...... (die van mij)

Slide 21 - Open vraag

Who's dog is this?
It is ....... (die van haar).

Slide 22 - Open vraag

Do you know whose cat this is?
Yes, it is ........ (hun) cat.

Slide 23 - Open vraag

Do you know whose phone this is?
Yes, it is ....... (haar) phone.

Slide 24 - Open vraag

Whose pen is this?
It is ....... (die van hem).

Slide 25 - Open vraag

He is ..... (mijn) boyfriend. So stay away from him, Kim.

Slide 26 - Open vraag

Is he a friend of ....... (van jullie)?

Slide 27 - Open vraag

That performance ...... (van jou) is great! I love it.

Slide 28 - Open vraag

The end

Slide 29 - Tekstslide