Groepsdynamica en Oomkes

Groepsdynamica
Herhaling, Oomkes en afweermechanismen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Groepsdynamica
Herhaling, Oomkes en afweermechanismen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Groepskarakteristieken 
Groepskarakteristieken bepalen het karakter van de groep. 
  • Groepscultuur: bestaat uit normen en waarden. (formele en informele groepen)
  • Groepssocialisatie:  eigen maken van de groepscultuur
  • Groepsdruk: Iedereen wil ergens bij horen. Negatief en positief
  • Groepscohesie: een groep die een geheel vormt. Iedereen krijgt voldoende ruimte om zichzelf te zijn, taken en verantwoordelijkheden zijn eerlijk verdeeld. 
  • Groepsrollen, activelingen/leiders, sfeermakers, meelopers, dwarsliggers, zondebokken

Slide 3 - Tekstslide

Groepsdynamiek

Slide 4 - Woordweb

Soorten groepen
  • Primaire groep: Groep in de directe omgeving van de cliënt. (familie, vrienden). Er is sprake van een gevoelsband. 
  • Secundaire groep: Een groep je in terecht komt, bv. sport, klas, werk. De groep heeft vaak een gemeenschappelijk doel. 
  • Formele groep: Niet zelf samengesteld. Leden hebben geen invloed op regels. Bv. binnen een organisatie
  • Informele groep: Groep ontstaat spontaan en is niet verplicht. bv. vriendschappen 
  • Homogene groep: Bestaat uit leden met gelijke kenmerken. Zegt iets over de fysieke kenmerken of zijn overeenkomstig aan de rol van de groepsleden.
  • Hetrogene groep: De  individuele kenmerken verschillen. Vaak is de groep bij elkaar ivm een groepstaak

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Nabespreken

Slide 7 - Tekstslide

Wat is groepsdynamica
A
De indeling van de groep
B
Gaat over processen die zich in de groep afspelen
C
de invloeden vanuit de maatschappij
D
Zijn de normen en waarden van een groep

Slide 8 - Quizvraag

Vanaf wanneer is er sprake van een groep
A
2
B
3
C
4
D
meer dan 5

Slide 9 - Quizvraag

Als er sprake is van gelijke kenmerken, tot welke groep behoort iemand dan?
A
Informele groep
B
Homogene groep
C
Secundaire groep
D
Hetrogene groep

Slide 10 - Quizvraag

In welke fase komt de groep terecht nadat iemand de groep verlaten heeft?
A
Norming
B
Storming
C
Performing
D
Forming

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er in de stormingsfase?

Slide 12 - Open vraag

Je eerste week op stage/werk?
A
Verkennen
B
Strijd om macht of intimiteit
C
Samenwerking
D
Harmonie

Slide 13 - Quizvraag

Vijffasenmodel van Oomkes

1. Verkennen
2. Strijd om macht
3. Samenwerking
4. Strijd om intimiteit
5. Harmonie

Slide 14 - Tekstslide

In welke fase van Oomkes zit de klas nu, volgens jou?

Fase 1: Verkennen van de groep
Fase 2:Strijd om de macht
Fase 3: Samenwerking
Fase 4:Strijd om de intimiteit
Fase 5: Harmonie

Slide 15 - Poll

Welke groepsrol heb jij in deze klas?
Actieveling (vaak de leiders)
SocialenGangmakers, sfeermakers, mediators en clowns
MeelopersDoen wat er gevraagd wordt.
DwarsliggersWillen zich bewust niet conformeren en gaan overal tegen in
Zondebokken Groepsleden met deze rol krijgen rotklusjes en zijn vaak mikpunt van pesterijen

Slide 16 - Poll

Welke cijfer geef je de groepsdynamiek in je eigen klas?
010

Slide 17 - Poll

Wat moet er verbeteren om het cijfer met 1 punt te verhogen?

Slide 18 - Open vraag

Afweermechanismen in groepen
Freud onderzocht de manieren waarop mensen in een groep omgaan met negatieve gevoelens (vaak vermijden).
Hij noemde ze AFWEERMECHANISMEN

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
  • In groepjes van 3 een drieluik maken.
  • Per type afweermechanisme een A4-tje.
  • Verwerk op het A4 de kenmerken van het afweermechanisme
  • Klassikaal nabespreken

Slide 20 - Tekstslide

Hoe vond je deze les?

Slide 21 - Woordweb

Wat neem je mee van vandaag?

Slide 22 - Open vraag