In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Welk bedrijf hanteert de afroomprijsstrategie (skimming)?
Slide 2 - Open vraag
Welk bedrijf hanteert de penetratieprijsstrategie?
Slide 3 - Open vraag
Een ondernemer berekent een winstmarge over de productieprijs om de verkoopprijs te bepalen.
Welke prijsstrategie gebruikt de ondernemer?
A
Concurrentiegeoriënteerde prijsstrategie
B
Kostengeoriënteerde prijsstrategie
C
Vraaggeoriënteerde prijsstrategie
D
Afroomprijsstrategie
Slide 4 - Quizvraag
Als de andere (kleinere) aanbieders de prijsveranderingen van de marktleider volgen, spreken we van:
A
Me-too pricing
B
Put-out pricing
C
Follow the leader
D
Stay-out pricing
Slide 5 - Quizvraag
Action maakt gebruik van ... pricing
A
Stay-out
B
Put-out
C
Follow-the-leader
D
Loss-leader
Slide 6 - Quizvraag
Een fabrikant van heftrucks hanteert extreem lage prijzen om de concurrentie uit de markt te verdrijven. Welke methode van prijszetting past deze fabrikant toe?
A
Me-too pricing
B
Follow the leader
C
Put-out pricing
D
Stay-out pricing
Slide 7 - Quizvraag
Een aardappelgroothandel heeft besloten zijn prijzen op het prijsniveau van de grootste concurrenten vast te stellen. Welke prijsstrategie past de aardappelgroothandel toe?
A
put-out pricing
B
me-too pricing
C
Follow the leader
D
Stay-out pricing
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen prijsdiscriminatie & prijsdifferentiatie
A
prijsdiscriminatie gaat over de locatie, prijsdifferentiatie is de leeftijd
B
Er is geen verschil
C
prijsdiscriminatie gaat over 1 bepaald product, prijsdifferentiatie gaat om meerdere producten
D
prijsdiscriminatie gaat om of de klant een man of vrouw is
Slide 9 - Quizvraag
Kaartjes voor een familievoorstelling in schouwburg Bellevue kosten € 9,50. Kinderen tot 12 jaar hoeven slechts € 4,25 te betalen.
Welke methode van prijszetting past de organisatie van het evenement toe?
A
Prijsdifferentiatie
B
Prijsdiscriminatie
C
Psychologische prijszetting
Slide 10 - Quizvraag
Bij een kledingwinkel krijgt elke klant bij aankoop van drie producten het goedkoopste artikel gratis. Welke methode van prijszetting past deze kledingwinkel toe?
A
Prijsdifferentiatie
B
Prijsdiscriminatie
C
Psychologische prijsstelling
Slide 11 - Quizvraag
Fifa22 is eerder beschikbaar voor members
A
prijsdifferentiatie
B
prijsdiscriminatie
C
psychologische prijsstelling
D
kostprijsplusmethode
Slide 12 - Quizvraag
Bij de kostprijsplusmethode maak je altijd winst
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Sommige bedrijven gaan bij ... pricing nog een stapje verder door het product tegen een dusdanig lage prijs te verkopen, dat er verlies op het product wordt geleden.
A
Stay-out
B
Put-out
C
Follow-the-leader
D
Loss-leader
Slide 14 - Quizvraag
De Efteling past de volgende prijsstrategie toe:
A
Discount pricing
B
Loss-leader pricing
C
Prijsdifferentiatie
D
Prijsdiscriminatie
Slide 15 - Quizvraag
Bij going rate pricing wordt de prijs bepaald door:
A
Gemiddelde marktprijs
B
Prijs van de concurrent
C
Prijs van de prijsleider
Slide 16 - Quizvraag
Een fabrikant van heftrucks hanteert extreem lage prijzen om de concurrentie uit de markt te verdrijven. Welke methode van prijszetting past deze fabrikant toe?
A
Me-too pricing
B
Follow the leader
C
Put-out pricing
D
Stay-out pricing
Slide 17 - Quizvraag
Een affiliate shop
A
is een winkel in computers
B
een internetsite waar doorklikkende prospects een beloning opleveren
C
een digitale winkel
D
een soort showroom
Slide 18 - Quizvraag
Het voordeel van Franchising is:
A
lagere kosten
B
meer vrijheid voor de ondernemer
C
minder ondernemersrisico
D
meer flexibiliteit
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van een cash-and-carrygroothandel?
A
De groothandel levert bestellingen bij detaillisten af.
B
De groothandel plaatst bestellingen voor meerdere detaillisten.
C
Een groothandel waar detaillisten bij het magazijn zelf inkopen
Slide 20 - Quizvraag
Een speelgoedfabrikant maakt speelgoed voor baby’s, peuters en kleuters. Voor dit speelgoed maakt het bedrijf vooral reclame in weekbladen en op televisie.
Hier is sprake van..
A
Een pull-strategie
B
Een push-strategie
Slide 21 - Quizvraag
Een kledingfabrikant verkoopt zijn producten alleen via detaillisten met een goed kwaliteitsimago. Van welke distributiestrategie is hier sprake?
A
Exclusieve distributie
B
Intensieve distributie
C
Selectieve distributie
Slide 22 - Quizvraag
Jumbo supermarkt maakt gebruik van:
A
Intensieve distributie
B
Selectieve distributie
C
Exclusieve distributie
D
Snollebollekes
Slide 23 - Quizvraag
De push strategie zie je vooral bij exclusieve distributie.
A
Juist
B
onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Een leverancier van wenskaarten realiseert een optimale positie in de schappen van een supermarkt. Dit doet deze leverancier door samen te werken met de supermarkt.
Van welk samenwerkingsverband is hier sprake?
A
Affiliate shop
B
Dropshipping
C
Rack jobbing
D
cash-and-carry groothandel
Slide 25 - Quizvraag
Exclusieve distributie kan het best worden toegepast door een fabrikant van:
A
Hifi set
B
Drop
C
Waspoeder
D
Parfum
Slide 26 - Quizvraag
Kinder suprise ei valt onder
A
Intensieve distributie
B
Selectieve distributie
C
Exclusieve distributie
Slide 27 - Quizvraag
Upselling
Cross-selling
Gast heeft standaard kamer geboekt, jij verhuurt suite
Gast heeft standaard kamer geboekt, jij verkoopt ontbijt