spelling

hij ... 18 jaar
A
word
B
wort
C
wordt
D
worden
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

hij ... 18 jaar
A
word
B
wort
C
wordt
D
worden

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling
A
ruimtewezen
B
ruimtenwezen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Kies de juiste spelling.

Het [beloven] weer een flinke uitdaging te worden.


A
belooft
B
beloofd

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke spelling is juist?

Ik ... moe van spelling.
A
wordt
B
wort
C
word

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
apentrots
B
apetrots

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
maneschijn
B
manenschijn

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
beresterk
B
berensterk

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

overige spelling

Wat is de juiste spelling?

A
niveaus
B
niveau's

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke spelling is goed ?
Wat is de correcte spelling van het woord ...
A
ekseem
B
exeem
C
eczeem
D
exseem

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Kies de juiste spelling.

Het is de tweede keer, dat dit [gebeuren].


A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
gezamelijk
B
gezamenlijk

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de goede spelling?
A
concïerge
B
conciërge
C
concierge

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

spelling
A
... om 9 uur s' ochtends.
B
... om 9 uur 's ochtends.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
A
Liniaal
B
Lineaal

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben .......... naar een boek.
A
opzoek
B
op zoek

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ik heb ... in jou
A
intresse
B
interesse

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de artiest heeft ... een geld bedrag in te leveren een steentje bij gedragen.
A
door middel van
B
doormiddelvan
C
doormiddel van

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
Standby
Stand-by

Slide 19 - Poll

stand-by
zo nuttig vind ik spelling
010

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gingen de spelling oefeningen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies