Middelnederlands (1150-1500)
Het Oudenederlands werd tot halverwege de twaalfde eeuw gesproken.
Tussen 1200 en 1500 sprak men Middelnederlands. Er was nog wel onderscheid in verschillende dialecten, zoals het Brabants, het Vlaams, het Limburgs, het Hollands, maar onderling konden ze elkaar verstaan.
De elite en de geestelijkheid sprak Latijn. Dit was ook de taal waarin er geschreven werd.
Toch gingen steeds meer mensen schrijven in de eigen taal, het Middelnederlands.
De spelling volgde toen nog de spreektaal en kon dus per streek sterk verschillen. Er was dus nog geen standaardtaal met een vaste woordvolgorde, maar wel maakten ze gebruik van 4 naamvallen net als in het Duits.