In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Gezondheid
Slide 1 - Tekstslide
Het lichaam
Slide 2 - Woordweb
Wie is dit? Wat is dit?
Slide 3 - Tekstslide
Wie is dit?
A
dokter
B
tandarts
C
assistent
D
docent
Slide 4 - Quizvraag
Wat is dit?
A
ziekenhuis
B
apotheek
C
school
D
huisarts
Slide 5 - Quizvraag
Dit is...
A
het kruidvat
B
de action
C
de apotheek
D
de dokter
Slide 6 - Quizvraag
Wat is dit?
A
tablet
B
pil
C
drankje
D
zalf
Slide 7 - Quizvraag
Wat is dit?
A
zalf
B
pillen
C
tabletten
D
drankje
Slide 8 - Quizvraag
Wat is dit?
A
drankje
B
olie
C
pil
D
zalf
Slide 9 - Quizvraag
Ziek
Slide 10 - Woordweb
Waar heeft Mirka pijn?
A
Hoofd
B
Voet
C
Rug
D
Koorts
Slide 11 - Quizvraag
Waar heb je last van?
Praat met elkaar (werkblad)
Welke zinnen kun je gebruiken?
Slide 12 - Tekstslide
Je bent ziek er komt een vriend bij je op bezoek. Geef antwoord op de vragen. Hoe gaat het? Wat heb je dan?
Slide 13 - Open vraag
Voer het gesprek
Je kind is ziek. Je belt de school om te vertellen dat je kind ziek is.
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de klacht van mevrouw Winter?
A
Hoofdpijn
B
Jeuk
C
Koorts
D
Armpijn
Slide 15 - Quizvraag
Hoelang heeft mevrouw Winter al last van de klacht?
Slide 16 - Open vraag
Wat geeft de dokter aan mevrouw Winter?
Slide 17 - Open vraag
Bedenk zoveel mogelijk woorden met de a
Slide 18 - Woordweb
Bedenk zoveel mogelijk woorden met de eu
Slide 19 - Woordweb
Jij of u?
Slide 20 - Tekstslide
Jij, jou of u?
Werkblad
Slide 21 - Tekstslide
Bedenk zoveel mogelijk woorden met de oo
Slide 22 - Woordweb
Bedenk zoveel mogelijk woorden met de ui
Slide 23 - Woordweb
Tom heeft pijn in zijn keel
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Tom heeft last van zijn hoofd
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Tom heeft koorts?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Tom krijgt twee recepten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Medicijnen maken Tom beter.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Je bent al een paar dagen ziek. Je hebt hoofdpijn en koorts (39˚C). Je neus zit dicht en je hoest veel. Je gaat naar de huisarts. Vertel wat je klachten zijn.