3.3 Klimaat en vegetatie rond de Middellandse Zee

3.3 Klimaat en vegetatie rond de Middellandse Zee




H3 Middellandse Zeegebied
Domein Aarde
VWO 6
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3.3 Klimaat en vegetatie rond de Middellandse Zee




H3 Middellandse Zeegebied
Domein Aarde
VWO 6

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Ik kan ruimtelijke verschillen in het klimaat van het Middellandse Zeegebied beschrijven en verklaren.
  • Ik kan de interacties tussen de geofactoren in het Middellandse Zeegebied analyseren. 

Slide 2 - Tekstslide

Klimaat

Slide 3 - Tekstslide

Klimaat
Subtropische landschapszone

Vooral middellandse Zeeklimaat/Mediterraan klimaat

Köppen? 

Slide 4 - Tekstslide

Welk klimaat is dit?

Slide 5 - Tekstslide

Middellandse Zeegebied: klimaat
Cs-klimaat overheerst - dit is een extreem klimaat voor de vegetatie.

  • Droge, hete zomers
  • Milde, natte winters 
  • Neerslag: hoge variabiliteit, hoge intensiteit
  • Maar grote regionale verschillen:


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de voornaamste reden voor de droogte in het Middellandse zeegebied in de zomer?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Verschillen verklaren

Zomer: 

  • Subtropisch hogedrukgebied (30° N.B.) schuift naar het noorden.

  • Hogedrukgebied: dalende lucht, warmt op, kan meer waterdamp bevatten, wolken verdampen.

Slide 11 - Tekstslide

Stijgingsneerslag
Frontale Neerslag
Frontale Neerslag

Slide 12 - Tekstslide

Verschillen verklaren
Winter: 
  • Subtropisch hogedrukgebied (30° N.B). schuift omlaag
  • Lage drukgebieden (60° N.B.) schuiven naar het zuiden en bewegen in oostelijke richting over Middellandse Zeegebied.
  • Lage drukgebieden zuigen lucht aan. Koud uit noorden, warm uit zuiden. 
  • Deze botsen, stijgende lucht, ontstaat neerslag.





Slide 13 - Tekstslide

frontale neerslag

stuwings neerslag

stijgings neerslag

stuwings neerslag

stijgings neerslag

frontale neerslag

In Nederland, want
frontale neerslag ontstaat waar warme lucht en koude lucht elkaar botse. Nederland ligt dichter bij koude lucht dan Spanje

Slide 14 - Tekstslide

Verschillen verklaren

  1. Welke klimaatfactoren bepalen, naast de breedteligging, het klimaat?
  2. En welke klimaatfactoren bepalen de verschillen binnen en tussen landen in het Middellandse Zeegebied?

Slide 15 - Tekstslide

Dus..
Grote verschillen tussengebieden door:
  • hoogteligging
  • ligging t.o.v. zee
  • oriëntatie van gebergten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Neerslagverdeling
  • Waar valt de neerslag?
  • Wanneer valt de neerslag?
  • Hoeveel neerslag valt er?
Klimaat

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Vegetatie

Slide 20 - Tekstslide

Mediterrane vegetatie
  • Aangepast aan extreme omstandigheden (droogte, brand, hoge temperaturen, reliëf, rotsachtige bodems)
  • Kleine naald- en leerachtige bladeren; tegengaan verdamping
  • Lange wortels; water uit diepere lagen

Slide 21 - Tekstslide

MZ ligt in de subtropische landschapszone.
Het vegetatie wordt gekenmerkt door:
mediterrane vegetatie
Wat is het optimale groeiseizoen?
Het voor- en najaar.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

De ondergrond is kwetsbaar voor de neerslag.
 Hoe kun je de bodems het beste beschrijven?
Erg dun en stenig.
Sedimentpakketten uit het Tertiair die bestaan uit niet versteende klei- of zandlagen.
Wat is het gevolg van losliggend materiaal op steile hellingen?
Als het op zulke plekken regent, spoelt het materiaal weg en kunnen zich diepe geulen vormen.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Badlands
   Combinatie van geofactoren:
  1. Buien met grote intensiteit
  2. Instabiele ondergrond (losliggend materiaal als zand en klei, vegetatie kan niet wortelen)
  3. Reliëf 

  • Versterkt de landdegradatie.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Karstverschijnselen
  1. Door chemische verwering ontstaan er spleten en gaten in kalksteen. 
  2. Regenwater zakt verder weg in de grond
  3. Vegetatie kan het water niet bereiken

Slide 29 - Tekstslide

Rivieren
Zomer: droog
Winter: kolkende stromen met sedimentvervoer

Gevolg: opbouw delta

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Grote verschillen in neerslagvariabiliteit
- Het ene jaar meer neerslag dan het andere jaar.

 In sommige periodes meer neerslag dan in een ander jaar.
dit kan de waterbalans in een gebied verstoren.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Welk verband is er tussen de zwakke getijden in de Middellandse Zee en het voorkomen van delta's?

Slide 37 - Open vraag

Antropogene invloeden

Bevolkingsgroei heeft ontbossing als gevolg.
 1 hout voor brandhout & bouwmateriaal
 2 bos maakt plaats voor landbouwgrond
 3 bos maakt plaats voor bouwgrond (nederzetting)


Slide 38 - Tekstslide

Geofactoren die elkaar beïnvloeden in de Mediterrane landschappen

Ook hier grote verschillen. Voornamelijk door verschillen in geofactoren.

Slide 39 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak  par. 3.3 



Slide 40 - Tekstslide