021 H8.10 t/m H8.13

Welkom
4 HAVO ECON.1  ||  2020-2021
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 HAVO ECON.1  ||  2020-2021

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Participatiegraad
Participatiegraad is het aantal mensen tussen de 15 en AOW-leeftijd die werken of opzoek zijn naar werk → in een percentage

Slide 4 - Tekstslide

H8.7
Leg uit welke van de volgende maatregelen de participatiegraad kunnen verhogen.
  1. subsidiëren van kinderopvang
  2. makkelijker maken van deeltijd werk
  3. verlagen van de lonen

Slide 5 - Tekstslide

H8.7
Het subsidiëren van kinderopvang en het makkelijker maken van deeltijdwerk vergroten de participatiegraad. 
Moeders/Vaders met kinderen kunnen nu makkelijker zorgtaken combineren met werk

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht H8.9
  • A. De aandelen kunnen sterk in koers stijgen en er kan een hoog dividend zijn, waardoor het rendement hoog kan zijn

  • B. De aandelen kunnen sterk in koers dalen, waardoor de pensioenen niet voldoende gedekt zijn

Slide 7 - Tekstslide

Beleggen i.p.v. sparen
Beleggen in aandelen en obligaties. 
Bij het kopen van aandelen wordt ik mede-eigenaar van een bedrijf. 
Ik mag mij dus bemoeien met het bedrijf en ik krijg een gedeelte van de winst (dividend). 

Slide 8 - Tekstslide

Obligaties
  • Je kunt ook kiezen voor obligaties. Je leent dan geld aan een bedrijf of de overheid. 
  • De looptijd en rente staan vast. 
  • Je hebt dus meer zekerheid over het rendement.
  • Lage rente op spaarrekening zorgt voor meer vraag naar obligaties.  

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen dalende rente
  • rente daalt → vraag naar aandelen stijgt → aandelen duurder

  • rente daalt → bedrijven betalen minder rente → winst stijgt → aandelen worden aantrekkelijker → aandelen duurder

  • rente daalt → gezinnen sparen minder → gezinnen geven meer uit → bedrijven maken meer winst → aandelen aantrekkelijker → aandelen duurder

Slide 10 - Tekstslide

AOW uitkering
De hoogte van de AOW- en pensioenuitkering kan elkaar aangepast worden op 2 manieren:

Slide 11 - Tekstslide

  • Waardevaste uitkering

  • Hoogte uitkering stijgt mee met de inflatie
  • Dus als de inflatie 2% is stijgt mijn uitkering ook met 2%.
  • Dus mijn koopkracht blijft hetzelfde.

  • Welvaartsvast

  • Hoogte uitkering stijgt mee met hoogte van inkomens. 
  • Dus als de lonen gemiddeld 4% stijgen stijgt mijn uitkering ook met 4%. 

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Maken t/m H8.13
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 13 - Tekstslide

Leg het verschil uit tussen waardevaste en welvaartsvaste uitkeringen

Slide 14 - Open vraag