Wisk-Y herhaling les 2 + oefeningen voor de ICE test
1 / 33
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar / niet waar:
Parallelle lijnen snijden elkaar nooit.
Parallelle lijnen snijden elkaar nooit.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Waar niet / waar
Treinrails staan loodrecht op elkaar.
Treinrails staan loodrecht op elkaar.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Waar / niet waar
Een hoek van 90 graden = een loodrechte hoek
Een hoek van 90 graden = een loodrechte hoek
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Hoeveel diagonalen heeft een rechthoek? (geef antwoord in een cijfer)
Slide 5 - Open vraag
Hoeveel diagonalen heeft een 6-hoek?
Geef antwoord met een cijfer (niet in letters)
Geef antwoord met een cijfer (niet in letters)
Slide 6 - Open vraag
Het snijpunt van de x-as en de y-as heet ......
A
het nulpunt
B
loodrecht
C
de oorsprong
D
het begin
Slide 7 - Quizvraag
De x-as van een grafiek is ....
A
horizontaal
B
verticaal
C
diagonaal
D
geen van allen
Slide 8 - Quizvraag
De y-as van een grafiek is ....
A
horizontaal
B
verticaal
C
diagonaal
D
2-dimensionaal
Slide 9 - Quizvraag
Hoe noem je de rode lijn?
A
de bissectrice
B
de middelloodlijn
C
de zwaartelijn
D
de deellijn
Slide 10 - Quizvraag
Hoe noem je
de gele lijnen?
de gele lijnen?
A
de bissectrices
B
de middelloodlijnen
C
de zwaartelijnen
D
de zwarte lijnen
Slide 11 - Quizvraag
Een ander woord voor bissectrice is deellijn.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noem je
de rode lijn?
de rode lijn?
A
de bissectrice
B
de middelloodlijn
C
de zwaartelijn
D
de zwarte lijnen
Slide 13 - Quizvraag
Een lijnstuk heeft een begin en een einde. Een lijn hoeft geen begin en einde te hebben.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
een kubus is vlak
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
een ander woord voor evenwijdig is ....
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Open vraag
De tegenstelling van recht is ............
Slide 18 - Open vraag
Hoeveel is 3% van 200?
Slide 19 - Open vraag
Hoeveel is 25% van 900?
Slide 20 - Open vraag
Het is 3 graden. De temperatuur daalt met 5 graden. Wat is de nieuwe temperatuur? ..... graden
Slide 21 - Open vraag
-12 +7 =
Slide 22 - Open vraag
Het is 8 graden. De temperatuur stijgt met 9 graden. Wat is de nieuwe temperatuur? .....graden
Slide 23 - Open vraag
Rond het getal 68,9472 af op 2 decimalen.
Slide 24 - Open vraag
Rond het getal af op 2 decimalen.
9002,4862
9002,4862
Slide 25 - Open vraag
Welk symbool gebruiken we voor
'groter dan'?
8 .....6
'groter dan'?
8 .....6
Slide 26 - Open vraag
3/4 = .....% (vul alleen het getal in)
Slide 27 - Open vraag
2/5 = .....% (vul alleen het getal in)
Slide 28 - Open vraag
1/8 = .....% (vul alleen het getal in)
Slide 29 - Open vraag
5/8 = .....% (vul alleen het getal in)
