Par 3.1 De gevolgen van de industrialisatie van Nederland rond 1900

Par 3.1 Gevolgen van industrialisatie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Par 3.1 Gevolgen van industrialisatie

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Blz 17, De gevolgen van de industrialisatie van Nederland rond 1900

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat de industriële revolutie is en wanneer deze in Nederland plaats vond.
- Je kent de belangrijkste gevolgen van de industrialisatie voor Nederland.
- Je weet wat de sociale kwestie is en hoe de socialisten en liberalen hier over dachten.
- Je kent het Kinderwetje van Van Houten.
- Je weet wanneer de eerste feministische golf was en waar deze vrouwen voor streden.
- Je weet wanneer Nederland algemeen kiesrecht voor mannen kreeg en hoe dit tot stand kwam.
- Je weet wanneer de vrouwen algemeen kiesrecht kregen.
- Je kunt uitleggen hoe de schoolstrijd werd opgelost en welke gevolgen dit had voor het christelijk onderwijs.
- Je weet hoe het stelsel van evenredige vertegenwoordiging werkt.
- Je kunt uitleggen waarom Nederland vanaf 1919 pas een volwaardige democratie is.
- Je kunt de volgende begrippen herkennen en beschrijven feminisme, industrialisatie, sociale kwestie, feminisme, feministische golf, vrouwenkiesrecht, algemeen kiesrecht, pacificatie van 1917, evenredige vertegenwoordiging, VvVK.
- Je kent de volgende personen en weet hun rol in dit hoofdstuk: Aletta Jacobs, Troelstra, Kuyper. Wilhelmina Drucker.

Slide 3 - Tekstslide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor een land met een koning?
A
Keizerrijk
B
Republiek
C
Dictatuur
D
Monarchie

Slide 5 - Quizvraag

Onschendbaarheid betekent:
A
Ministers kunnen niet vervolgd worden
B
Koning is niet verantwoordelijk voor politiek
C
Koning mag niets zeggen
D
Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning

Slide 6 - Quizvraag

Abraham Kuyper is een?
A
Confessioneel
B
Liberaal
C
Socialist

Slide 7 - Quizvraag

SDAP is een ... partij
A
Confessionele
B
Liberale
C
Socialistische
D
Populistische

Slide 8 - Quizvraag

Een invulopdracht over een nieuwe grondwet.
Kies telkens uit de twee mogelijkheden en sleep ze naar de juiste plek.

In het jaar              werd in Nederland een nieuwe grondwet gemaakt.
De opdracht voor de nieuwe grondwet werd gegeven door koning                       .
De nieuwe grondwet was vooral een wens van de                     . 
1848
1852
Willem III
Willem II
Liberalen
Socialisten

Slide 9 - Sleepvraag

Sociale wetgeving staat bovenaan mijn 'to do' lijstje
A
Thorbecke
B
Schaepman
C
Troelstra
D
Kuyper

Slide 10 - Quizvraag

Wie staan er tegenover elkaar bij de schoolstrijd?
A
Socialisten/katholieken tegen de protestanten
B
Socialisten tegenover de liberalen
C
Liberalen tegenover de protestanten en katholieken
D
Liberalen/socialisten tegenover de katholieken/protestanten

Slide 11 - Quizvraag

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 12 - Tekstslide

Voor de revolutie
Huisnijverheid.
Geen machines.
Koning Willem I wil industrialisatie van Nederland.
Eerste spoorweg tussen Haarlem en Amsterdam in 1839.

Slide 13 - Tekstslide

Industrialisatie
Rond 1870 begon de industrialisatie in Nederland op gang te komen.
Aanleg infrastructuur.
Fabrieken vestigen zich.


Slide 14 - Tekstslide

Trek van platteland naar de stad.
Urbanisatie of verstedelijking.

Slide 15 - Tekstslide

Sociale kwestie
Arbeiders maakten hele lange dagen.
Slechte werkomstandigheden.
Weinig loon.
Slechte huisvesting.

Slide 16 - Tekstslide

Liberalen
De eerste wetten om arbeiders te beschermen kwamen van de liberalen.
De liberalen zagen dat de arbeiders werden uitgebuit door de fabriekseigenaren.
Ook de kinderarbeid pakten ze aan.

Slide 17 - Tekstslide

Van Houten
In 1874 kwam de eerste belangrijke wet:
Het Kinderwetje van Van Houten.
Kinderen onder de twaalf jaar mochten niet langer in een fabriek werken.
Deze wet werd in de praktijk echter niet gecontroleerd.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 21 - Tekstslide

Waarom was het bijzonder dat Samuel van Houten met het kinderwetje kwam?
A
Hij was socialist
B
Hij was een fabrieksdirecteur
C
Hij was katholiek
D
Hij was liberaal

Slide 22 - Quizvraag

Waarover gaat de Sociale Kwestie?
A
Salaris van de arbeiders
B
Werkdagen van de fabriekseigenaren
C
Werk en woonomstandigheden van de arbeiders
D
Woonomstandigheden van de armen

Slide 23 - Quizvraag

Waarom was het Kinderwetje van Van Houten niet effectief?
A
Kinderen mochten niet naar school
B
Nu moesten ze thuis schoonmaken
C
Mensen leefden nu helemaal in armoede
D
De wet werd niet gecontroleerd

Slide 24 - Quizvraag

En nu?
Check of alle leerdoelen op je mindmap staan.
Maak de vragen van paragraaf 3.1.
Bekijk de filmpjes over dit onderwerp. 

Slide 25 - Tekstslide