Profielkeuzetest

Profielkeuzetest
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Profielkeuzetest

Slide 1 - Tekstslide

Hieronder zie je 20 vragen. Er worden steeds 4 verschillende activiteiten genoemd (a, b, c en d). Je kiest die bezigheid die jou het leukste lijkt. De activiteiten kom je in meerdere vragen tegen, maar dan steeds in vergelijking met andere activiteiten. De antwoorden schrijf je op een papiertje. Op de laatste bladzijde van de test lees je wat je met je antwoorden moet doen. Succes!

Slide 2 - Tekstslide

1
a. Ontwerpen van huizen, bruggen, wegen, dijken, kantoren, enz.
b. Onderzoeken van milieuvriendelijke oplossingen voor milieuvervuiling.
c. Bedenken van manieren om een product beter te verkopen.
d. Begeleiden, ondersteunen en behandelen van mensen met psychische problemen.

Slide 3 - Tekstslide

2
a. Uitvoeren van kunst zoals beeldend, muziek, dans, enz.
b. Leiden van een groot bedrijf dat winst wil maken.
c. Verzorgen van dieren.
d. Programmeren van computerprogramma’s en beheren van netwerken en websites.

Slide 4 - Tekstslide

3
a. Ontwerpen en onderhouden van bossen, parken, tuinen.
b. Werken in de horeca of reiswereld.
c. Ontwerpen en bouwen van elektrotechnische apparaten.
d. Creatief vormgeven van tijdschriften, websites, reclames, enz.

Slide 5 - Tekstslide

4
a. Onderzoeken hoe je een reclamecampagne het beste kunt voeren.
b. Onderzoeken van eigenschappen en reacties van chemische processen.
c. Onderzoeken van gedrag van mensen en groepen.
d. Werken in een ziekenhuis.

Slide 6 - Tekstslide

5
a. Organiseren van grootschalige evenementen, zoals pinkpop.
b. Mensen adviseren bij zaken die met het recht te maken hebben.
c. Bouwen en repareren van vliegtuigen.
d. Dieren genezen.

Slide 7 - Tekstslide

6
a. Onderzoeken van natuurkundige processen.
b. Het onderzoeken van de historie.
c. Leiding geven aan een bedrijf.
d. Cellen en organen in een laboratorium onderzoeken.

Slide 8 - Tekstslide

7
a. Onderzoek doen naar economische problemen, zoals werkloosheid.
b. Ontwerpen van huishoudelijke apparaten.
c. Onderzoeken van een taal.
d. Onderzoeken en ontwikkelen van medicijnen.

Slide 9 - Tekstslide

8
a. Onderzoeken van het heelal.
b. Bedrijven adviseren om beter resultaat te behalen.
c. Begeleiden bij sport en spel.
d. Kinderen met psychische problemen helpen.

Slide 10 - Tekstslide

9
a. Leiding geven in een hotel.
b. Ontwerpen van huizen, bruggen, wegen, dijken, kantoren, enz.
c. Diergedrag onderzoeken.
d. Begeleiden van ouders en kinderen op opvoedingsgebied.

Slide 11 - Tekstslide

10
a. Bezighouden met de financiële administratie van een bedrijf zoals bijvoorbeeld het loon.
b. Onderzoeken van een taal.
c. Nieuwe manieren bedenken om een watersysteem in de woestijn aan te leggen.
d. Mensen met klachten aan spieren en gewrichten begeleiden bij het herstel.

Slide 12 - Tekstslide

11
a. Ontwerpen en bouwen van elektrotechnische apparaten.
b. Uitvoeren van kunst, zoals beeldend, muziek, dans, enz.
c. Leiden van een groot bedrijf dat winst wil maken.
d. Te zware mensen begeleiden bij het afvallen.

Slide 13 - Tekstslide

12
a. Onderzoek doen naar economische problemen, zoals werkloosheid.
b. Verdedigen van een verdachte van een misdrijf.
c. Cellen en organen in laboratorium onderzoeken.
d. Ontwerpen van huishoudelijke apparaten.

Slide 14 - Tekstslide

13
a. Onderzoeken van het heelal.
b. Onderzoeken en ontwikkelen van medicijnen.
c. Uitzoeken of een bedrijf wel genoeg winst maakt.
d. Artikelen schrijven voor een tijdschrift.

Slide 15 - Tekstslide

14
a. Manieren bedenken om een product beter te verkopen.
b. Onderzoeken van natuurkundige processen.
c. Mensen adviseren bij zaken die met het recht te maken hebben.
d. Dieren genezen.

Slide 16 - Tekstslide

15
a. Het onderzoeken van de historie.
b. Werken in de horeca of reiswereld.
c. Röntgenfoto’s maken en beoordelen.
d. Apps maken voor de mobiele telefoon.

Slide 17 - Tekstslide

16
a. Leiding geven aan een administratieafdeling.
b. Werken op de kinderafdeling in het ziekenhuis.
c. Onderzoeken van eigenschappen en reacties van chemische processen.
d. Boeken vertalen.

Slide 18 - Tekstslide

17
a. Bezighouden met de financiële administratie van een bedrijf zoals bijvoorbeeld het loon.
b. Mensen genezen.
c. Nieuwe manieren bedenken om een watersysteem in de woestijn aan te leggen.
d. Begeleiden van ouders en kinderen op opvoedingsgebied.

Slide 19 - Tekstslide

18
a. Mensen verplegen in een ziekenhuis.
b. Programmeren van computerprogramma’s en beheren van netwerken en websites.
c. Organiseren van grootschalige evenementen.
d. Begeleiden, ondersteunen en behandelen van mensen met psychische problemen.

Slide 20 - Tekstslide

19
a. Onderzoeken van milieuvriendelijke oplossingen voor milieuvervuiling.
b. Artikelen voor een krant schrijven.
c. Bouwen en repareren van vliegtuigen.
d. Leiding geven aan een administratieafdeling.

Slide 21 - Tekstslide

20
a. Onderzoeken van gedrag van mensen en groepen.
b. Begeleiden bij sport en spel.
c. Leiding geven in een hotel.
d. Ontwerpen en onderhouden van bossen, parken en tuinen.

Slide 22 - Tekstslide

Elk antwoord heeft een waarde. Die waarden zie je hieronder vermeld. Tel hoe vaak je een 1, 2, 3 en 4 hebt gescoord.
1 a=4; b=3; c=2; d=1
2 a=1; b=2; c=3; d=4
3 a=3; b=2; c=4; d=1
4 a=2; b=4; c=1; d=3
5 a=2; b=1; c=4; d=3
6 a=4; b=1; c=2; d=3
7 a=2; b=4; c=1; d=3
8 a=4; b=2; c=3; d=1
9 a=2; b=4; c=3; d=1
10 a=2; b=1; c=4; d=3




11 a=4; b=1; c=2; d=3
12 a=2; b=1; c=3; d=4
13 a=4; b=3; c=2; d=1
14 a=2; b=4; c=1; d=3
15 a=1; b=2; c=3; d=4
16 a=2; b=3; c=4; d=1
17 a=2; b=3; c=4; d=1
18 a=3; b=4; c=2; d=1
19 a=3; b=1; c=4; d=2
20 a=1; b=3; c=2; d=4

Slide 23 - Tekstslide

• Heb je het vaakst een 1 of een 2 gescoord, dan past een maatschappijprofiel (CM of EM) waarschijnlijk goed bij je.
• Heb je het vaakst een 1 gescoord, dan past Cultuur & Maatschappij waarschijnlijk iets beter bij je.
• Heb je het vaakst een 2 gescoord, dan past Economie & Maatschappij waarschijnlijk iets beter bij je.
• Heb je het vaakst een 3 of een 4 gescoord, dan past een natuurprofiel (NG of NT) waarschijnlijk goed bij je.
• Heb je het vaakst een 3 gescoord, dan past Natuur & Gezondheid waarschijnlijk goed bij je.
• Heb je het vaakst een 4 gescoord, dan past Natuur & Techniek waarschijnlijk goed bij je.


Slide 24 - Tekstslide