Teste dichDeel A gaat over de persoonlijke voornaamwoorden in de Nominativ-, Dativ- of Akkusativvorm.
Gebruik het schema op de volgende dia erbij.
Stap 1: staat er een voorzetsel voor het woord dat je moet vertalen? kijk in je schema welke vorm daarbij hoort.
Stap 2: geen voorzetsel? Dan ontleden