Unité 2

1 / 45

Slide 1: Tekstslide

FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Menu du jour: vendredi 17 mars 2023

> Nous allons apprendre les verbes irréguliers -> individuel

> Nous allons faire un blooket des verbes irréguliers.

> Nous allons tester les verbes irrégulier -> le morphion

Les objectifs:

Ik ken de nous-vorm in de présent van de belangrijkste onregelmatig werkwoorden in het Frans.

Ik ken alle tijden van de werkwoorden: être, avoir, faire, aller en savoir

Slide 2 - Tekstslide

Apprendre les verbes irréguliers:

D'abord finir -> exercice 8 en ligne!

Ensuite finir -> le "stencil"

- Wozzol

- au livre aux pages 152, 153, 154 et 155

- Exercices:

Exercice 1

Exercice 2

timer

30:00

Slide 3 - Tekstslide

L'imparfait

Quoi? oefenen zelfstandig met de imparfait

Comment? zelfstandig

Aide? Boek, laptop,

Résultat? Oefenen voor het spel

Objectif:

Ik kan de imparfait toepassen.

timer

20:00

Slide 4 - Tekstslide

Le morphion

Quoi? Vul je juiste werkwoorden in de juiste tijd in.

Comment? In groepen

Aide? Alleen boek gebruiken

Résultat? Wie wint, verdient een prijs!

Objectif:

Ik kan de imparfait toepassen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Menu du jour: vendredi 24 mars 2023

> Nous allons corriger l'exercice 8E.B en classe.

> Nous allons apprendre à connaître "le verlan".

-> c'est sur l'argot.

Les objectifs:

> ik kan werkwoorden in het Frans in het heden (présent) en het verleden (passé composé en imparfait) vervoegen.

> Ik maak kennis met straattaal in Frankrijk.

Slide 7 - Tekstslide

Corriger l'exercice 8E.B

2. Tu prends le bus pour aller au collège?

Non, ____________________________.

3. Marthe et Carole étaient à la fête?

Non, ____________________________.

4. Madame Dupont a joué au hockey?

Non, _____________________________.

5. Tu as passé tes vacances en France?

Non, _____________________________.

Slide 8 - Tekstslide

Corriger l'exercice 8E.B

2. Tu prends le bus pour aller au collège?

Non, je prends le vélo pour aller au collège.

3. Marthe et Carole étaient à la fête?

Non, elles étaient au cinéma.

4. Madame Dupont a joué au hockey?

Non, elle a joué au tennis.

5. Tu as passé tes vacances en France?

Non, j'ai passé mes vacances en Italie.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Menu du jour: vendredi 12 mai 2023

> Nous allons discuter le contrôle de lecture

> Nous allons parler des vacances de printemps et Lille

> Nous allons faire exercices 10 et 11 sur vocabulaire et prononciation ?

Les objectifs:

> Ik weet waar ik de volgende leestoets op kan letten.

> Ik kan in het Frans vertellen over mijn vakantie en mijn mening geven

> Ik ken de woorden voor het begrijpen van een gesprek bij de balie.

Slide 11 - Tekstslide

Vertaal max. 3 woorden uit de titel in het NL en minimaal 2.
Vertaal grofweg de titels van de alinea in het NL.
Schrijf op in het NL het hoofdonderwerp van elke alinea
Schrijf 2 verschillende signaalwoorden uit elke alinea op in het Frans, vertaal ze in het NL en vertel hun functie (opsomming, reden, tijdsaanduiding etc...)

Lire texte 1

timer

15:00

Slide 12 - Tekstslide

Welk woord moet op de open plek?

Pour l’instant, il s'appelle Mini ..... il est le petit du panda Yuan Zi, son père

car

mais

puis

Slide 13 - Quizvraag

Van welk verband was er sprake bij de zin in de vorige vraag?

Slide 14 - Open vraag

Welk woord moet op de open plek?
Salif connaît aussi d’autres influences, comme le
mime Marceau. Il dit qu’il a été inspiré ....... par des dessins 50 animés, notamment Scooby-Doo.

aussi

donc

pourtant

Slide 15 - Quizvraag

Van welk verband was er sprake bij de zin in de vorige vraag?

Slide 16 - Open vraag

Welk woord moet op de open plek?
"Pendant les Jeux olympiques de 1900, on y trouvait de disciplines scolaires. .... , on jouait des sport, comme la natation."

Par hasard

Par contre

Par exemple

Slide 17 - Quizvraag

Van welk verband was er sprake bij de zin in de vorige vraag?

Slide 18 - Open vraag

Parler des vacances de printemps

1. Wat heb je in de vakantie gedaan? (3 activiteiten)

2. Wat heb je gegeten tijdens de vakantie? (2 gerechten)

3. Hoe laat ben je opgestaan tijdens de vakantie?

4. Stel een meningsvraag over Lille.

5. Stel een beschrijvingsvraag over Lille.

Gebruik voor vraag 4 en 5: twee verschillende vormen van mening geven!

Elke vraag staat op een apart kaartje

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Menu du jour: vendredi 26 mai 2023

> Nous allons parler des vacances de printemps et Lille

> Nous allons finir exercices 10 jusqu'à 14 sur écouter

> Nous allons faire exercice 15 sur parler

Les objectifs:

> Ik kan in het Frans vertellen over mijn vakantie en mijn mening geven

> Ik kan een gesprek in het Frans bij de receptie verstaan.

Slide 21 - Tekstslide

Parler des vacances de printemps

1. Wat heb je in de vakantie gedaan? (3 activiteiten)

2. Wat heb je gegeten tijdens de vakantie? (2 gerechten)

3. Hoe laat ben je opgestaan tijdens de vakantie?

4. Stel een meningsvraag over Lille.

5. Stel een beschrijvingsvraag over Lille.

Gebruik voor vraag 4 en 5: twee verschillende vormen van mening geven!

Elke vraag staat op een apart kaartje

Slide 22 - Tekstslide

Parler des vacances de printemps

Eerste dobbelsteen is de persoon, tweede de vraag!

1. Stel een meningsvraag over Lille.

2. Hoe laat ben je opgestaan tijdens de meivakantie?

3. Stel een beschrijvingsvraag over Lille.

4. Wat heb je gegeten tijdens de vakantie?

5. Wat heb je gedaan tijdens de vakantie?

6. Kies zelf een van de bovenstaande vragen om te stellen.

-> Elke rond is 7 minuten.

timer

7:00

Slide 23 - Tekstslide

Au travail!

Quoi? Finir exercices 10 jusqu'a 14

Comment? individuellement sur l'ordinateur

Durée? jusqu'à neuf heures cinquante

Aide? livre, camarade, notules et la prof

Fini? Menu au choix, après -> les feuilles

Objectif:

Ik kan een gesprek in het Frans bij de receptie verstaan.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Menu du jour: vendredi 2 juin 2023

> Nous allons finir exercices 10 jusqu'à 14 sur écouter/ sur le Futur

> Nous allons faire exercice 15 sur parler

> Nous allons jouer un Lingo avec les mots d'unité 2

Les objectifs:

> Ik kan een gesprek in het Frans bij de receptie verstaan.

> Ik ken de woorden van unité 2

> Ik kan woorden spellen in het Frans.