Cap 2 - les 4 + 5

¿Cuál es la fecha de hoy?

Hoy es _____(dag)___________
el _____(datum)__________
de _____(maand)__________

Escribe la fecha en tu cuaderno => Schrijf de datum in je schrift
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

¿Cuál es la fecha de hoy?

Hoy es _____(dag)___________
el _____(datum)__________
de _____(maand)__________

Escribe la fecha en tu cuaderno => Schrijf de datum in je schrift

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan de clase
  • REPASO: verbos regulares
  • ser - estar - hay
  • trabajar en los ejercicios


Lesdoel: we kunnen het werkwoord ESTAR en de regelmatige werkwoorden vervoegen

Slide 2 - Tekstslide

Les in twee delen 

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verbos regulares en presente
vervoeg nu 
hablar, escribir en leer
en zoek de betekenis ervan op

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
hablo
tomo
habláis
come
buscamos
escriben
vivís
estudian
hablamos
caminas
vende
compran
escuchas
estudiáis
toma
tomamos
escucho
estudias
caminais
leemos
habla
leen
escribes
pregunto

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo es Barcelona?
Barcelona está en España, es una ciudad muy moderna pero también histórica. En Barcelona hay muchos museos y restaurantes. La ciudad tiene una playa muy turística llamada la Barceloneta. En Barcelona hay muchos coches pero no hay muchas bicicletas. ¡A mí me gusta mucho Barcelona!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Barcelona está en España, es una ciudad muy moderna pero también histórica. En Barcelona hay muchos museos y restaurantes. La ciudad tiene una playa muy turística llamada la Barceloneta. En Barcelona hay muchos coches pero no hay muchas bicicletas. ¡A mí me gusta mucho Barcelona!
Preguntas

¿Dónde está Barcelona?

¿Hay muchos museos en Barcelona?

¿Es Barcelona una ciudad histórica?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hay un banco por aquí?
Sí, hay muchos bancos aquí.

¿El banco ING también está en el centro?
No, pero sí está el banco Santander. 

Is er een bank hier?
Ja, er zijn veel banken hier.

Zit de ING-bank ook in het centrum?
Nee, maar de Santander-bank zit er wel. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Hay, ser of estar?
Holanda ________ en Europa.
A
está
B
están
C
hay
D
es

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Hay, ser of estar?
¿ ______ un banco en la ciudad?
A
está
B
hay
C
es

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En resumen SER-ESTAR-HAY
Alle 3 betekenen ze "zijn"
  • ser - kenmerken, eigenschappen
  • estar - zich bevinden, tijdelijke toestand
  •  hay - er is, er zijn
    => Hoe gaat de vervoeging van ESTAR?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡A trabajar!
ejercicios 
(12), 13c, 14, 15b, 25bc, 26

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Cuál es la fecha de hoy?

Hoy es _____(dag)___________
el _____(datum)__________
de _____(maand)__________

Escribe la fecha en tu cuaderno => Schrijf de datum in je schrift

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan de clase

  • check deberes (12), 13c, 14, 15b, 25bc, 26
  • vraagwoorden
  • preposiciones + de weg vragen in de stad

Lesdoel: 
Aan het einde van de les kan je zinnen maken door vraagwoorden te gebruiken en kan je zeggen waar iets is/staat/ligt

Slide 15 - Tekstslide

Les in twee delen 
0

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste vertaling van de vraagwoorden
 waar
hoeveel
hoe
wie
wanneer
waarom
Wat / Welk
wat
¿Cuánto?
¿Cuándo?  
¿Cómo?
¿Dónde?  
¿Cuánta?
¿Por qué?

¿Quién?
¿Cuál? 
¿Qué?  

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los interrogativos - vraagwoorden

Je hebt net een liedje gezien waar alle Spaanse vraagwoorden in voor komen.


- Maak bij elk vraagwoord een zin (die niet uit het document of je boek komen)



timer
4:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Preposiciones de lugar
(voorzetsels)

Wat is de grap in het plaatje?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está..? Waar is.....
achter
voor
onder
boven
in
naast
tussen
vlakbij / in de buurt van 
ver van

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1. Primero 

2. Segundo

T


3. Tercero

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En grupos de 2

timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Escucha el fragmento y anota en tu cuaderno, en Español:
1. ¿Qué palabras escuchas? Welke woorden hoor je
2. ¿De qué se trata el dialogo?
3. Intenta escribir todo lo que 
escuchas en frases completas (en Español)
*se trata = gaat over

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A trabajar 

  • quizlet/studygo 2.4 + 2.1
  • estudiar fuente J libro de texto
  • hacer ejercicios 18 tm 21

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef mij 1 tip en 1 top
¡Gracias!

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies