Samenstellingen en afleidingen les 2

Welkom
Pak je boek en ga rustig 10 minuten lezen.

timer
10:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak je boek en ga rustig 10 minuten lezen.

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het einde van de les kun je aangeven welk deel van een samenstelling de betekenis van het nieuwe woord bepaalt.
Aan het einde van de les kun je aangeven welk deel van een afleiding de meeste invloed heeft op het nieuwe woord.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom?
In elke taal komen er steeds nieuwe woorden bij. In het Nederlands gebeurt dit door twee woordvormingsprocessen:
samenstellingen en afleidingen. 
In deze lessen leer je dus hoe in het Nederlands nieuwe woorden gemaakt worden. 

Slide 3 - Tekstslide

Samenstelling
  • Twee losse woorden vormen samen een nieuw woord.
  • fietssleutel, vriendenkring, wandelroute, boekenkast, kerstboom

Slide 4 - Tekstslide

Afleiding
  • Van een woord maak je een nieuw woord door er iets voor of achter te zetten of door het woord iets te veranderen.
  • wandelaar, begrijpelijk, vriendschap, wandeling, vriendin, hoekig, boekje

Slide 5 - Tekstslide

Een fietssleutel is een soort..........

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zit het met de volgende woorden?
  • motormuis
  • geldwolf
  • kletskous

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht:
  • Splits elk woord in een grondwoord en voor- of achtervoegsel. 
  • Zet een streep onder dat deel van het woord dat volgens jou het belangrijkste is voor de betekenis van de afleiding. 
  • Je mag samenwerken en krijgt 5 minuten de tijd.

afleiding - tekening - eetbaar - uitvinding - oneerlijk - wandaad - vrolijkheid - verkiezing - onvrede - varkentje - voorbereiding - miskoop

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord hoort niet in het rijtje?
  • fietser - fietsenstalling - fietst - fietsje
  • vriend - vriendschap - vriendje - vriendelijk
  • computerscherm - computer - fietscomputer - computermuis
  • toetsweek - toetsje - toetst - rekentoets
  • piepklein - kleintje - kleine - kleinigheid 

Slide 9 - Tekstslide

Waarom hoort dit woord niet in het rijtje?
  • fietser - fietsenstalling - fietst - fietsje
  • vriend - vriendschap - vriendje - vriendelijk
  • computerscherm - computer - fietscomputer - computermuis
  • toetsweek - toetsje - toetst - rekentoets
  • piepklein - kleintje - kleine - kleinigheid

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
  • Doel behaald? 
    Wat bepaalt de betekenis van de nieuwe woorden bij een samenstelling en bij een afleiding?
  • Huiswerk: maken opdracht 32, theorie en 33 van blok 3 Over taal.
  • Tot morgen!

Slide 11 - Tekstslide