Iets is pas criminaliteit als het in het Wetboek van Strafrecht staat.
A
Juist
B
Onjuist
1 / 32
volgende
Slide 1: Quizvraag
MKMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Iets is pas criminaliteit als het in het Wetboek van Strafrecht staat.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 1 - Quizvraag
Wie mag toestemming geven voor het langer vasthouden voor onderzoek van een verdachte?
A
Officier van Justitie
B
Rechter-commisaris
C
Hulp Officier van Justitie
D
Slide 2 - Quizvraag
Vraag 2.
Geef van de krantenkoppen aan of het gaat over een overtreding of een misdrijf.
Overtreding
Misdrijf
Verslaafde dief langdurig de cel in
TOT ZES JAAR CEL VOOR DRUGSRUNNERS
Boete voor plassende jongeman
Rechtbank doet uitspraak over babymoord
Rechter ergert zich aan hondendrollen
Slide 3 - Sleepvraag
Je hebt iemand zwaar mishandeld. Naar welke rechtbank ga je?
A
Gerechtshof
B
Meervoudige kamer
C
Politierechter
D
Hoge Raad
Slide 4 - Quizvraag
Wie of wat gaat over alle regels over opsporing, berechting en straffen?
A
Criminaliteit
B
de Overheid
C
Het strafrecht
Slide 5 - Quizvraag
Hoe noem je een oproep om naar de rechtbank te komen?
A
Een proces-verbaal.
B
Een dagvaarding.
C
Een schikking.
D
Seponeren.
Slide 6 - Quizvraag
Een verdachte mag zwijgen tijdens de rechtszaak.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Waar hebben regels altijd mee te maken?
A
Criminaliteit
B
Het wetboek van Strafrecht
C
Waarden
D
Fatsoen
Slide 8 - Quizvraag
Deze persoon helpt de verdachte
A
Officier van justitie
B
Advocaat
C
Rechter
D
Verdachte
Slide 9 - Quizvraag
Deze rechter behandelt overtredingen
A
Politierechter
B
Rechtbank
C
Kantonrechter
D
Gerechtshof
Slide 10 - Quizvraag
Wie bepaalt het vonnis in een rechtszaak?
A
rechter
B
officier van justitie
C
advocaat
D
getuigen
Slide 11 - Quizvraag
Je bent pas een verdachte als de rechter dat beslist.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Je bent pas schuldig als de rechter dat beslist.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Behandelt zaken in cassatie:
A
Kantonrechter
B
Gerechtshof
C
Rechtbank
D
Hoge Raad
Slide 14 - Quizvraag
Verbind de situatie aan de term delinquent en/of recidivist
Delinquent
Recidivist
Toen Pedro 15 jaar oud was heeft hij een winkeloverval gepleegd, nu is hij 40 en zit hij in de drugshandel.
Toen Maaike 19 jaar was, heeft ze één keer een oogschaduwpalet gestolen bij de drogisterij.
Tim heeft op zijn 18de meerdere keren onder invloed achter het stuur gezeten, nu op z'n 60ste doet hij het nog wel eens.
Slide 15 - Sleepvraag
Geen wet mag in strijd zijn met:
A
Jurisprudentie
B
de grondwet
C
Gewoonterecht
D
Machtenscheiding
Slide 16 - Quizvraag
Situatie: Timo heeft geen goede relatie met zijn ouders, daarom is hij 's avonds veel alleen buiten en is hij crimineel gedrag gaan vertonen.
Situatie: Timo heeft geen goede relatie met zijn ouders. Daarom is hij 's avonds veel alleen buiten en is hij crimineel gedrag gaan vertonen.
A
Anomietheorie
B
Aangeleerd-gedragtheorie
C
Rationele-keuze-theorie
D
Bindingstheorie
Slide 17 - Quizvraag
Delicten bestaan uit overtredingen en misdrijven.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
A
Noodweer
B
Ontoerekeningsvatbaarheid
C
Overmacht
D
Nalatigheid
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de rol van de officier van justitie in een rechtszaak?
A
verdedigt de verdachte
B
eist een straf namens het OM
C
geeft het vonnis van de verdachte
D
eist straf namens de rechtbank
Slide 20 - Quizvraag
Rechtbank
Hoge Raad
Gerechtshof
Hoogste rechtsorgaan
Hoger beroep tegen vonnis rechtbank
Toetst vonnissen van lagere rechters
Strafrechter
Kantonrechter
Slide 21 - Sleepvraag
Wie heeft het laatste woord voordat de rechter een uitspraak doet?
A
het publiek
B
de verdachte
C
de rechter
D
de officier van justitie
Slide 22 - Quizvraag
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen. Bij welke theorie hoort deze situatie?
Situatie: Maaike wordt vaak uitgescholden voor asociaal. Ze vindt dat ze zich daar maar naar moet gedragen.
Bij welke theorie hoort deze situatie?
A
Etikettentheorie
B
Bindingstheorie
C
Neutraliseringstheorie
D
Anomietheorie
Slide 23 - Quizvraag
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht
Regering
Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad
Regering en Staten-Generaal
Slide 24 - Sleepvraag
A
De jongeren komen voor een speciale jeugdrechter.
B
De jongeren worden vervolgd volgens het volwassenstrafrecht.
C
De jongeren zijn te jong om een straf te krijgen.
D
Jongeren krijgen een Haltstraf
Slide 25 - Quizvraag
De rechter kijkt altijd naar eerdere uitspraken in vergelijkbare zaken. Dit noem je:
A
Rechtsbescherming
B
Jurisprudentie
C
Vonnis
D
Requisitoir
Slide 26 - Quizvraag
Een verdachte moet verteld worden waar hij verdacht van wordt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
De beslissing van het OM om niet tot vervolging over te gaan noemen we:
A
seponeren
B
schikken
C
jurisprudentie
D
vervolgen
Slide 28 - Quizvraag
A
Democratie
B
Rechtsbescherming
C
Rechtshandhaving
D
Ombudsman
Slide 29 - Quizvraag
Als je in hoger beroep gaat, dan ga je naar ..
A
de rechtbank
B
gerechtshof
C
Hoge Raad
D
de politie
Slide 30 - Quizvraag
In Nederland heeft de Hoge Raad onder andere de taak om uitleg te geven over een wet, als niet helemaal duidelijk is hoe die wet toegepast moet worden. Welk begrip past bij deze taak van de Hoge Raad?
A
fatsoensregels
B
jurisprudentie
C
klassenjustitie
D
rechtsongelijkheid
Slide 31 - Quizvraag
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee gewapende straatroven op maaltijdbezorgers en een gewapende woningoverval. De rechtbank Midden-Nederland heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Hij kreeg ook een contact- en locatieverbod. Een rechter heeft bij een veroordeling de mogelijkheid om uit drie groepen van sancties te kiezen. Uit welke groepen komen de sancties die aan de veroordeelde uit tekst 14 zijn opgelegd?
A
de hoofdstraffen, de bijkomende straffen en de maatregelen