QUIZ H2 klas 2kader/mavo

QUIZ klas 2kader/mavo
Hoofdstuk 2: 
Van Pruikentijd naar Revolutie
(1700-1800)
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

QUIZ klas 2kader/mavo
Hoofdstuk 2: 
Van Pruikentijd naar Revolutie
(1700-1800)

Slide 1 - Tekstslide

24 vragen
Paragraaf 2.1: Slaven op de plantages
Paragraaf 2.2: Het is oneerlijk verdeeld
Paragraaf 2.3: Verlangen naar vrijheid
Paragraaf 2.4: De Franse tijd in Nederland


Plek 1:   3 lolly's                 Plek 2:    2 lolly's                Plek 3:    1 lolly

Slide 2 - Tekstslide

2.1: Slaven op de plantages

Slide 3 - Tekstslide

Welk eiland werd door de West-Indische Compagnie gebruikt om slaven te verkopen?
A
Curaçao
B
Bonaire
C
Aruba
D
Sint-Maarten

Slide 4 - Quizvraag

Waarom werd Curaçao niet gebruikt om plantages aan te leggen?
A
Er waren teveel overstromingen
B
Er woonden agressieve volken
C
Er was te weinig geld voor de kosten
D
Te grond was niet vruchtbaar

Slide 5 - Quizvraag

In welk rijtje staat iets dat NIET op een plantage verbouwd werd?
A
Katoen, suiker, tabak
B
Suiker, tabak, zout
C
Tabak, katoen, cacao
D
Tabak, suiker, koffie

Slide 6 - Quizvraag

WAAR OF NIET WAAR:
'' Slavernij bestond al in Afrika voor de komst van de Europeanen''
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel slaven zijn er in een periode van 200 jaar door Europeanen van Afrika naar Amerika gebracht?
A
Ongeveer 2 miljoen
B
Ongeveer 5 miljoen
C
Ongeveer 11 miljoen
D
Ongeveer 17 miljoen

Slide 8 - Quizvraag

Abolitionisten zijn mensen die...
A
Op zoek gaan naar slaven om te kopen
B
Slavernij willen afschaffen
C
Boeken schrijven over slavernij
D
Op een plantage werken

Slide 9 - Quizvraag

2.2: Het is oneerlijk verdeeld

Slide 10 - Tekstslide

Lodewijk de 16e had alle macht in Frankrijk. Dit noemen we...
A
Absolutisme
B
Democratie
C
Monarchie
D
Staten-Generaal

Slide 11 - Quizvraag

Wie betaalde er belasting in Frankrijk in de 18e eeuw?
A
Alleen de Eerste Stand
B
De Eerste en Tweede Stand
C
De Eerste en Derde Stand
D
Alleen de Derde Stand

Slide 12 - Quizvraag

Wie zaten er in de Eerste en Tweede stand?
A
Eerste stand: Boeren Tweede stand: Burgers
B
Eerste stand: Geestelijken Tweede stand: Edelen
C
Eerste stand: Edelen Tweede stand: Geestelijken
D
Eerste stand: Geestelijken Tweede stand: Boeren

Slide 13 - Quizvraag

Waarom had de derde stand het in 1789 slechter dan ooit?
A
Er was oorlog uitgebroken
B
Er was een dodelijke ziekte
C
Het land was overstroomd
D
Er was grote hongersnood

Slide 14 - Quizvraag

WAAR OF NIET WAAR: De koning riep in 1789 een vergadering van de drie standen bij elkaar
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Dit paleis van de Franse Koning heette het Paleis van...
A
Marseille
B
Toulouse
C
Parijs
D
Versailles

Slide 17 - Quizvraag

2.3: Verlangen naar vrijheid

Slide 18 - Tekstslide

'' Periode in de 17e en 18e eeuw toen mensen hun kennis wilde vergroten door hun verstand te gebruiken'' Welk begrip?
A
Grondwet
B
Terreur
C
Verlichting
D
Dictatuur

Slide 19 - Quizvraag

Op 14 juli 1789 vielen Parijzenaars de (1) aan die gebruikt werd als (2)
A
1= Bastille 2= Gevangenis
B
1= Bastille 2= Paleis
C
1= Versailles 2= Paleis
D
1= Versailles 2= Gevangenis

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Met dit apparaat werd koning Lodewijk de 16e onthoofd. Het heet een...
A
Chamonix
B
Croissant
C
Mazarin
D
Guillotine

Slide 22 - Quizvraag

Na de Franse Revolutie kwam (1) aan de macht. Hij maakte van Frankrijk een (2)
A
1= Lodewijk de 17e 2= Democratie
B
1= Lodewijk de 17e 2= Dictatuur
C
1= Napoleon 2= Dictatuur
D
1= Napoleon 2= Democratie

Slide 23 - Quizvraag

Na de Franse Revolutie waren alle mensen gelijk. Dit kwam te staan in de nieuwe.....
A
Staten-Generaal
B
Grondwet
C
Standen
D
Republiek

Slide 24 - Quizvraag

2.4: De Franse tijd in de Nederlanden

Slide 25 - Tekstslide

De Patriotten...
A
Wilden meer macht voor de burgers
B
Wilden meer macht voor de stadhouder
C
Wilden meer macht voor de koning
D
Wilden meer macht voor de keizer

Slide 26 - Quizvraag

In 1795 vielen de Fransen ons land binnen. Vanaf dat moment heette ons land...
A
De Republiek der 7 Verenigde Nederlanden
B
De Bataafse Republiek
C
Koninkrijk der Nederlanden
D
Het Heilige rijk der Hollanden

Slide 27 - Quizvraag

Tussen 1806 en 1810 was ons land een koninkrijk met als naam...
A
Koninkrijk der 7 republieken
B
Het Bataafse Koninkrijk
C
Koninkrijk der Nederlanden
D
Koninkrijk Holland

Slide 28 - Quizvraag

WAAR OF NIET WAAR:
'' Door Napoleon kwamen er in Nederland nieuwe wetten die voor veel ongelijkheid zorgden''
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 29 - Quizvraag

Napoleon kroonde zichzelf tot keizer in (1) en werd in (2) verslagen door een groep Europese landen
A
1= 1804 2= 1815
B
1= 1806 2= 1815
C
1= 1804 2= 1820
D
1= 1806 2= 1820

Slide 30 - Quizvraag