Unidad 1: Gente Creativa/ Lección 3

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

We starten in 5 minuten met de les.
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Het Lesprogramma
¡Terugblik: Les 2, Gente creativa
Herhaling: Pretérito Indefenido, aanwijzend vnw en de tijdsduur (p.18 en p.19)

Vandaag: 
  • El arte de vestirse
  • Una obra singular

Leerdoelen voor vandaag:
  • Je kan praten over Frida Kahlo en haar werk
  • Je kan de structuur "no solo....sino que (también) in de zinnen gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

?????
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden.
esta
estos
estas
este
niña
instituto
música
deportes
profesor
bolígrafos
mesas
sillas

Slide 8 - Sleepvraag


Pretérito Indefinido

  • Verleden tijd (el pasado simple).
  • Regelmatige werkwoorden (hablar, comer en salir).
  • Om te verwijzen naar een gebeurtenis dat heeft plaatsgevonden in het verleden.
  • Bepaalde tijdsduur in het verleden.
  • Tijdelijke markeringen (ayer, la semana pasada, anoche, el año pasado, en 2006 y hace dos meses).

Slide 9 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden die eindigen op -ar krijgen de volgende uitgangen:
Verbo: Hablar (praten/spreken)



yo                                       hablé
tú                                       hablaste
él/ella/usted                    habló
nosostros/as                   hablamos
vosotros/as                     hablastéis
Ellos/ellas/ustedes        hablaron
Regelmatige werkwoorden die eindigen op -er en -ir hebben dezelfde uitgang wanneer ze worden vervoegd:
verbos: Comer (eten) en verbos: Salir (vertrekken)

-iste
-ió
-imos
-ísteis
-ieron



Slide 10 - Tekstslide

Perfecto
Indefinido
El año pasado
Todavía no
Hoy
En 1988
Ayer
Esta semana

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep de zinnen naar het juiste vervoegen v/d pretérito indefinido 
comiste
nació
vivieron
comí
estudió
vivió
estudiaron
nacieron
Yo...............................(comer) patatas con carne.
Anoek.................................(estudiar) para el examen de física.
Haidar.........................(vivir) en Holanda
Lisa ...........................(comer-tú) pizza en la cena?
Larissa y Rosa.........................(nacer) en Holanda
Marlón..........................(estudiar) estañol  con sus amigas.
Amaro  y Suus........................(vivir) en Holanda
Charissa.........................(nacer) el 10 de noviembre.

Slide 12 - Sleepvraag


Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

NO SÓLO … SINO QUE (TAMBIÉN)
Tekstboek
p.19
  • niet alleen
  • maar .......ook

  • no solo
  • sino que también

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Sleep de Spaanse woorden naar de juiste kleuren.
amarillo
azul
negro
gris
rojo
verde
blanco
naranja
rosa
marrón

Slide 17 - Sleepvraag

Mi mapa mental
p.20 en p.21
  • La ropa (de kleren)
  • Las compras (de aankoop)
  • Kijk eens in je kast en geef aan wat je hebt en wat je nog niet hebt. Beschrijf wat je hebt en welke kleur je al hebt.

Slide 18 - Tekstslide

NO SÓLO … SINO QUE (TAMBIÉN)
Tekstboek
p.19
Werkboek, p18 t/m p.23

  • Alle opdrachten van Lección 3 van het werkboek maken behalve de luisteropdracht.

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel zin heb je in Spaans dit jaar?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll