Oefentekst 3F Twitter
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Het gebruik van hashtags
B
Het gebruik van sociale media
C
Het gebruik van Twitter
Slide 4 - Quizvraag
Voor wie is deze tekst bedoeld?
A
Alleen voor beginnende twitteraars.
B
Alleen voor ervaren twitteraars.
C
Zowel voor beginnende als voor ervaren twitteraars.
Slide 5 - Quizvraag
Wat wil de schrijver met deze tekst bereiken?
A
Dat ook bekende merken meer gebruik gaan maken van Twitter.
B
Dat Twitter het meest gebruikte medium wordt.
C
Dat twitteraars betere tweets leren schrijven.
Slide 6 - Quizvraag
Op welke manier wil de schrijver dit doel bereiken?
A
Ze geeft een stappenplan dat twitteraars kunnen gebruiken.
B
Ze geeft aanwijzingen, die twitteraars naar eigen idee kunnen uitproberen.
C
Ze laat zien dat Twitter een waardevol sociaal netwerk is.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het doel van de inleiding?
A
Beschrijven waarom Twitter zo succesvol is.
B
Aangeven hoe de tekst is opgebouwd.
C
Aangeven wat de bedoeling van deze tips is.
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het doel van het slot?
A
Concluderen dat Twitter een belangrijk sociaal medium is.
B
Een nieuwe tip geven aan de lezers.
C
Samenvatten wat de schrijver in de tips heeft uitgewerkt.
Slide 9 - Quizvraag
Welke tussenkopje past boven tip 12?
A
Gebruik teasers
B
Beperk jargon
C
Blijf actueel
Slide 10 - Quizvraag
Lees tip 1 van het artikel.
Welke zin geeft het beste een samenvatting van deze tip?
Welke zin geeft het beste een samenvatting van deze tip?
A
Stuur voornamelijk persoonlijke tweets, bijvoorbeeld over je favoriete sport.
B
Twitter vooral waardevolle informatie en geef daarnaast wat alledaagse berichten over jezelf.
C
Wees voorzichtig met het gebruik van Foursquare check-ins.
Slide 11 - Quizvraag
Lees tip 7.
Welke zin geeft het beste een samenvatting van deze tip?
Welke zin geeft het beste een samenvatting van deze tip?
A
Voeg aan elke foto of link informatie toe.
B
Deel niet te veel foto's of links via Twitter.
C
Verras je volgers met persoonlijke foto's en links.
Slide 12 - Quizvraag
Je wilt de betrouwbaarheid van deze tekst controleren. Waar kijk je naar?
A
Naar de actualiteit van het artikel.
B
Naar de inleiding en het slot.
C
Naar de deskundigheid van de schrijver.
D
Naar de tekstsoort.
Slide 13 - Quizvraag
Is deze tekst betrouwbaar?
A
Dat weet ik niet. Ik weet namelijk nog te weinig over de achtergrond van de schrijver en de website.
B
Ja, want ik weet de naam van de schrijver en ik weet wanneer het artikel verschenen is.
C
Nee, want ik vind het geen goede tips en ik ga ze zeker niet gebruiken.
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent 'content'?
A
volgers
B
informatie
C
likes
D
bereik
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent 'tirade'? (tip 4)
A
